6.1 vooruitgang en onrust

H6 'Van oost naar west, van zuid naar noord'



cursus 6.1 'Vooruitgang en onrust'



Tijdvak 10:

Tijd van televisie en computer (1950-nu)

Periode 5: Moderne Tijd (1800-nu)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H6 'Van oost naar west, van zuid naar noord'



cursus 6.1 'Vooruitgang en onrust'



Tijdvak 10:

Tijd van televisie en computer (1950-nu)

Periode 5: Moderne Tijd (1800-nu)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel vrije dagen in één jaar had je rond 1955 denk je?
A
5-10
B
10-15
C
15-20
D
20-25

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Sinds wanneer is zaterdag een 'vrije' dag?
A
Dat is altijd zo geweest.
B
1940
C
1950
D
1960

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
• Weet je welke vooruitgang sinds de Tweede Wereldoorlog in Nederland geboekt werd;
• Kun je uitleggen hoe de opvattingen vanaf de jaren 1960 veranderden;

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vooruitgang na de Tweede Wereldoorlog.
Overheid ging mensen helpen, sociale zekerheid:

1) AOW: Algemene Ouderdomswet (1947)

2) Uitkering bij ziekte, werkloosheid of arbeidsongeschiktheid (WW)



Nederland werd een verzorgingsstaat.




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is de A.O.W?
A
Een pensioen voor ouderen
B
Een uitkering voor zieke mensen
C
Een uitkering voor werklozen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een staat waar veel ziekenhuizen en verzorgingstehuizen zijn
B
Een staat waar de overheid zorgt voor degene die dat zelf niet kunnen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan de overheid de uitkeringen betalen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Jaren '50

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Vanaf jaren '60: Andere opvattingen
Ontkerkelijking: minder mensen gingen naar de kerk en de kerk kreeg minder invloed.

Individualisering: mensen ontwikkelden een eigen mening en keken meer naar zichzelf. Mensen werden kritischer.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Jongeren
Bleven langer op school. 

Werden een aparte bevolkingsgroep en gingen zich kritisch opstellen tegen ouders, kerk, school en politie (autoriteiten) 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Jongerenculteren
1. Provo's: 'provoceren', rebels, demonstreren.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Jongerenculturen
 2. Dolle Mina's: 'baas in eigen buik', rechten voor vrouwen, emancipatie, feminisme. 


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Jongerenculturen
3. Hippies:  'no worries', 'make love not war', drugs, aparte gemeenschappen, India.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Link

07:15
Muziek in de jaren '50-'60-'70?
  • Rock&Roll


  • Pop (rock)


  • Disco

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van de welvaart
Door globalisering, individualisering en ontkerkelijking veranderde de westerse cultuur.

Gevolg: meer diversiteit.

Er ontstond een samenleving met verschillende groepen mensen: pluriforme samenleving.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak
Gevolg
Individualisering
Pluriforme samenleving
Ontkerkelijking
Globalisering
Diversiteit

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Pluriforme samenleving
Er kwamen meer rechten en acceptatie voor:
- vrouwen.
- mensen uit andere landen
- mensen van alle geaardheden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wereldcrisis

De verzorgingsstaat is duur. Als het dus slecht gaat met de economie wordt er vaak bezuinigd op de sociale zekerheid.

Voorbeeld: lagere uitkeringen of hogere pensioensleeftijd.


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Wat was een gevolg van de economische crisis in 1973 en 2008?
De overheid moest bezuinigen op de verzorgingsstaat. Nederland werd een participatiesamenleving.
Wat wordt daarmee bedoeld?
  • Mensen die dat kunnen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen leven en hun eigen omgeving.
 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Verzorgingsstaat
Participatiesamenleving
Je moet werk doen voor de gemeente als je geen baan kunt vinden. Een tegenprestatie voor je uitkering.
Mensen moeten zelf voor hun bejaarde ouders zorgen. Mantelzorg heet dat.
Het arbeidsbureau gaat een baan voor je proberen te zoeken zodat je weer aan de slag kunt als je werkloos bent.
Alle mensen met een bepaalde handicap krijgen een vast bedrag per maand om van rond te komen.

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Aan de slag

Maak opdracht 5 t/m 8 van 6.1 




Slide 27 - Slide

This item has no instructions