Dyslexie - les 6

Dyslexiebegeleiding
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Dyslexiebegeleiding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

Herhaling: wat weten we nog en wat hebben we besproken?

Slide 4 - Slide

Herhaling: wat weten we nog en wat hebben we besproken?

Slide 5 - Slide

Herhaling: wat weten we nog en wat hebben we besproken?
Toetsstress: hoe kan dat?

Slide 6 - Slide

Ondanks je je best doet, haal je soms toch onvoldoendes. Je krijgt een negatief resultaat terug en als dit blijft gebeuren ga je negatief denken over jezelf. Je hebt geen zin meer om te leren want voor jouw gevoel heeft het toch geen zin. 




Hoe werkt stress?

Slide 7 - Slide

Als je stress ervaart, kan dit niet alleen een reactie hebben op je lichaam (bijvoorbeeld buikpijn of misselijkheid), maar ook op je brein. Je kunt dingen vergeten die je misschien heel goed hebt geleerd. Dit noemen we een black-out. Je werkgeheugen en langetermijngeheugen werken dan niet meer met elkaar samen, waardoor je dus dingen vergeet. Zodra je je ontspant, gaan de twee geheugens weer samenwerken en herinner je weer wat je geleerd hebt. 

Slide 8 - Slide

Nu gaan we sleutel 20 maken: de positieve tweelinggedachten.

Dit doen we als volgt:
stap 1:  in het rode deel schrijf je een situatie waarin je wel eens stress ervaart/hebt ervaren
stap 2: in het grijze vlak schrijf je alle 'zwarte gedachten' die dan in je opkomen. Dit zijn dus de gedachten die stress veroorzaken. Je schrijft ook op wat er gebeurt als je aan die gedachten denkt. Een voorbeeld van zo'n gedachte is: 'ik blijf zitten'.
stap 3: daaronder schrijf je hoe het zou zijn als ze de zwarte gedachten niet zouden geloven. Wat zouden ze dan doen en voelen? 
stap 4: vervolgens ga je op zoek naar een positieve tweelinggedachte. Deze gedachte zet je in het groene vak. Bedenk ook een paar voorbeelden waar zo'n positieve tweelinggedachte waar kan zijn. 
Dyslexiebegeleiding

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Toetsstress: hoe kan dat?

Slide 10 - Slide

We herhalen even kort wat we de vorige keer besproken hebben:

Ondanks je je best doet, haal je soms toch onvoldoendes. Je krijgt een negatief resultaat terug en als dit blijft gebeuren ga je negatief denken over jezelf. Je hebt geen zin meer om te leren want voor jouw gevoel heeft het toch geen zin. 

Als je stress ervaart, kan dit niet alleen een reactie hebben op je lichaam (bijvoorbeeld buikpijn of misselijkheid), maar ook op je brein. Je kunt dingen vergeten die je misschien heel goed hebt geleerd. Dit noemen we een black-out. Je werkgeheugen en langetermijngeheugen werken dan niet meer met elkaar samen, waardoor je dus dingen vergeet. Zodra je je ontspant, gaan de twee geheugens weer samenwerken en herinner je weer wat je geleerd hebt. 



Slide 11 - Slide

We hebben het gehad over positieve tweelinggedachten. 

Dit deden we als volgt:
stap 1:  in het rode deel schrijf je een situatie waarin je wel eens stress ervaart/hebt ervaren
stap 2: in het grijze vlak schrijf je alle 'zwarte gedachten' die dan in je opkomen. Dit zijn dus de gedachten die stress veroorzaken. Je schrijft ook op wat er gebeurt als je aan die gedachten denkt. Een voorbeeld van zo'n gedachte is: 'ik blijf zitten'.
stap 3: daaronder schrijf je hoe het zou zijn als ze de zwarte gedachten niet zouden geloven. Wat zouden ze dan doen en voelen? 
stap 4: vervolgens ga je op zoek naar een positieve tweelinggedachte. Deze gedachte zet je in het groene vak. Bedenk ook een paar voorbeelden waar zo'n positieve tweelinggedachte waar kan zijn. 
Ontspanning: hoe werkt dat?

Slide 12 - Slide

De docent voert een klassengesprek met de leerlingen. Vragen die gesteld kunnen worden zijn: 

- hoe zorg je voor ontspanning? Waar word je rustig van?
- hoe zorg je dat je ontspannen kan leren?
- hoe zorg je dat je ontspannen een toets kan maken? Wat helpt daarbij?

(Deze vragen staan ook in het werkboek, ze kunnen dus ook van tevoren ingevuld worden en dan pas besproken) 
Ademhalingsoefening

Slide 13 - Slide

De docent gaat een ademhalingsoefening aan de leerlingen laten zien die ze kunnen gebruiken om rustig te worden tijdens stressmomenten. 
Zet je meest zwoele yoga-stem op. Succes! ;)

Doe je ogen dicht. Ga rechtop in je stoel zitten, voeten op de grond, borst een beetje omhoog, schouders ontspannen, handen ontspannen op je bovenbenen. Haal een paar keer diep adem: in en uit, in en uit. Kom even helemaal tot jezelf, laat alle gedachten los, daar hoef je nu niets mee. Volg je adem. In en uit, in en uit. Ga nu naar je hoofd en laat op iedere uitademing de spanning in je gezicht los, ontspan je voorhoofd, je ogen, je wangen, je mond. Adem in en uit en ontspan, laat los. Ga nu naar je nek en je schouders. Ga met je aandacht langs je nek naar je schouders en ontspan. Je hele lichaam: je armen, handen, rug, buik, bekken, benen, voeten en laat alle spanning die je onderweg tegenkomt op een uitademing wegstromen. In en uit, in en uit. Voel je steeds lekkerder, rustiger en zwaarder op je stoel zitten. Richt je aandacht op je ademhaling: in en uit, in en uit. Voel hoe de lucht naar binnen stroomt, je helemaal opvult en weer naar buiten stroomt, je helemaal leegmaakt. In en uit, in en uit. Breng nu langzaam wat beweging in je handen en voeten. Wiebel je tenen, beweeg je vingers. Draai een paar rondjes met je voeten, met je handen. Zet je handen tegen elkaar en wrijf ze stevig heen en weer om de energie weer op gang te brengen. Als je er klaar voor bent, doe dan rustig je ogen open. Houd het gevoel van ontspanning vast. Je voelt je rustig en ontspannen. 

Visualiseer dat je ontspannen de perfecte toets maakt. Doe de deurtjes naar achter (verleden) en naar voren (toekomst) dicht. Wees in het hier en nu. Begin dan met je toets en zeg tegen jezelf: 'Ik heb goed geleerd, dus ik kan dit'.  Lees de vragen rustig door en begin met de vragen die je weet. 
Ontspannen een toets maken
Visualiseer dat je ontspannen de perfecte toets maakt. Doe de deurtjes naar achter (verleden) en naar voren (toekomst) dicht. Wees in het hier en nu. Begin dan met je toets en zeg tegen jezelf: 'Ik heb goed geleerd, dus ik kan dit'. Lees de vragen rustig door en begin met de vragen die je weet. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Toetsen maken, hoe doen we dat?

Slide 15 - Slide

De begeleider laat de leerlingen vertellen hoe zij beginnen aan een toets en wat ze doen als ze een vraag niet weten. 
Toetsen maken: het rondesysteem

Slide 16 - Slide

(blz. 86, werkboek)

De docent legt aan de leerlingen uit dat het overslaan van vragen die de leerling niet weet, kan leiden tot betere resultaten. Je komt dan namelijk in een positieve toetsflow. 

Het rondesysteem bestaan uit drie rondes: 
1. Vul bij ronde 1 alleen de makkelijke vragen in. Zo kom je in een positieve flow en gebruik je je tijd efficiënt. Bovendien kan je wat je eerst niet wist bij het beantwoorden van een andere vraag opeens naar boven komen. 
2. Vul in de tweede ronde de moeilijke vragen in. Sla de hele moeilijke vragen over. 
3. Vul in de derde ronde de heel moeilijke vragen in. Vul uiteindelijk alles in. 

Vragen beantwoorden
stap 1: markeer doe-woorden 
stap 2: leg begrippen uit
stap 3: geef kort antwoord op de vraag (gebruik hierbij signaalwoorden: waarom -> daarom) en herhaal de vraag in je antwoord 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

voorbeeld bij stap 1 

Slide 19 - Slide

voorbeeld bij stap 2

Slide 20 - Slide

voorbeeld bij stap 3

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Even herhalen!
Wat hebben we vandaag geleerd? 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions