Oefentoets Stoffen, Materialen, Elektriciteit & Geluid

Wat gaan we doen?
1. Iedereen maakt apart van elkaar de vragen
2. Ik, als docent, houd bij hoe je scoort
3. Aan het eind van de oefentoets krijg je een voorbeeldcijfer van de hele toets en per onderwerp

1 / 43
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
1. Iedereen maakt apart van elkaar de vragen
2. Ik, als docent, houd bij hoe je scoort
3. Aan het eind van de oefentoets krijg je een voorbeeldcijfer van de hele toets en per onderwerp

Slide 1 - Slide

(1pt) De computer werkt op een spanning van 7,2V. Deze wordt geleverd door zes batterijen van 1,2V. In welk schema zijn de batterijen juist aan de computer geschakeld?

Slide 2 - Slide

(1pt) In welk schema zijn de batterijen juist aan de computer geschakeld?
A
Schema A
B
Schema B
C
Schema C
D
Schema D

Slide 3 - Quiz

(2pt) Vanuit de computer lopen snoertjes naar de speciale fietsbroek. In de fietsbroek zitten elektrodes tegen de huid gedrukt. Tussen de elektrodes en de huid zitten vochtige sponsjes.
Leg uit waarom deze sponsjes vochtig gemaakt worden

Slide 4 - Open question

(2pt) Tussen de elektrodes loopt tijdens een stroomstootje een stroomsterkte van 150mA (0,150A) door de huid. De weerstand van de huid tussen de elektrodes is 900 Ohm.
Toon met een berekening aan dat de gebruikte spanning 135V is.

Slide 5 - Open question

(1pt) In de computer zit elektronica die van de gelijkspanning een wisselspanning maakt. Een transformator breng de spanning van 7,2V omhoog naar 135V. Wat is de verhouding tussen het aantal windingen in de primaire spoel en de secundaire spoel?
A
np : ns = 1 : 19
B
np : ns = 19 : 1
C
np : ns = 1 : 972
D
np : ns = 972 : 1

Slide 6 - Quiz

(4pt) Tussen de elektrodes loopt er tijdens een stroomstootje een stroomsterkte van 0,150A door de huid. Dit gebeurt bij een spanning van 135V.
De elektrische energie van het stroomstootje is 1,9J.
Bereken hoeveel seconde het stroomstootje duurt. Bereken eerst het vermogen.

Slide 7 - Open question

(1pt) Wat betekent ultrasoon geluid?


A
A) Een heel hard geluid
B
B) Een heel hoog geluid
C
C) Een heel laag geluid

Slide 8 - Quiz

De afstandsmeter zendt tijdens een afstandmeting een geluidssignaal uit. Even later vangt de afstandsmeter het weerkaatste signaal op. Met het tijdverschil bepaalt de afstandsmeter de afstand.Volgens de handleiding bij de afstandsmeter moet je de meter loodrecht op een harde muur richten. Je ziet een aantal afbeeldingen uit de handleiding.

Slide 9 - Slide

(1pt) Waarom werkt de afstandsmeter niet goed als deze gericht wordt op een zachte muur?
A
A) Het geluidsignaal wordt dan doorgelaten.
B
B) Het geluidsignaal wordt dan geabsorbeerd.
C
C) Het geluidssignaal wordt dan gereflecteerd.

Slide 10 - Quiz

Je ziet hierboven nog wat afbeeldingen uit de handleiding.

Slide 11 - Slide

(1pt) Waarom werkt de afstandsmeter niet als deze scheef op een muur gericht wordt?

Slide 12 - Open question

De afstandsmeter kan volgens de handleiding een maximale afstand van 13,5 m meten.

Slide 13 - Slide

(1pt) Waarom kan de afstandsmeter geen grotere afstanden meten?
A
De amplitude van het geluidssignaal is te groot.
B
De amplitude van het geluidssignaal is te klein.
C
De frequentie van het geluidssignaal is te groot.
D
De frequentie van het geluidssignaal is te klein.

Slide 14 - Quiz

Je ziet een tabel met een aantal voorplantingssnelheden van geluid in lucht bij verschillende temperaturen. De afstand tussen twee muren wordt met behulp van de afstandsmeter bepaald.

Slide 15 - Slide

Tijdens de meting zit er 15ms tussen het uitgezonden en ontvangen geluidssignaal. De temperatuur in de ruimte bedraagt 20 graden celcius.
Bereken de afstand tussen de twee muren.

Slide 16 - Open question

(1pt) Maak de zin af met de juiste mogelijkheid:
Als de temperatuur stijgt, wordt de geluidssnelheid ....................
A
groter
B
kleiner

Slide 17 - Quiz

(1pt) Maak de zin af met de juiste mogelijkheid:
Als de temperatuur stijgt, is het geluidssignaal ............ onderweg
A
korter
B
langer

Slide 18 - Quiz

(1pt) Maak de zin af met de juiste mogelijkheid:
Als de temperatuur boven de kamertemperatuur stijgt, zou zonder temperatuursensor een te ..................... afstand worden gemeten.
A
grote
B
kleine

Slide 19 - Quiz

(3pt) Per persoon gooien we jaarlijks zo’n 30 kg aan kunststof (plastic) verpakkingen weg.
In totaal is dat in Nederland ongeveer 5 x 108kg.
Al dit afval komt op gewoonlijk een stortplaats of wordt verbrand.
De gemiddelde dichtheid van kunststof is 1,05kg/dm3.
Bereken hoeveel ‘kuub’ kunststof (een ‘kuub’ is 1 m3) wordt weggegooid in Nederland.


Slide 20 - Open question

(1pt) Onder welke soort afval valt kunststof?
A
A) gft
B
B) kca
C
C) pmd

Slide 21 - Quiz

(1pt) De meest milieuvriendelijke manier om kunststof te verwerken is recycling.
Wat is recyclen?

Slide 22 - Open question

(3pt)Eline bouwt een 12 Volt radio in haar scooter.
De radio heeft een vermogen van maximaal 45 Watt.
Eline beveiligt de radio met een zekering van 5A.
Toon met een berekening aan op een zekering van 5A voldoende is.

Slide 23 - Open question

(2pt) Flip staat bij een eikenhouten aanrechtblad met een metalen spoelbak. Hij legt zijn linkerhand op het aanrechtblad en zijn rechterhand op de spoelbak.
Noteer welk materiaal ‘kouder’ aanvoelt en geef daarvan de reden.

Slide 24 - Open question

Jorike vraagt de verkoper met welk schoonmaakmiddel ze de metalen spoelbak moet schoonmaken. Volgens de verkoper mag het middel niet corrosief zijn.

Slide 25 - Slide

(1pt)Welk van de onderstaande pictogrammen geeft aan dat een stof corrosief is?

Slide 26 - Poll

Je ziet afbeeldingen van een signaal voor en na de versterker.

Slide 27 - Slide

(1pt) Maak de zin af met de juiste mogelijkheid:
De amplitude van het versterkte signaal is.....
A
even groot
B
groter
C
kleiner

Slide 28 - Quiz

(1pt) Maak de zin af met de juiste mogelijkheid:
De frequentie van het versterkte signaal is.....
A
even groot
B
groter
C
kleiner

Slide 29 - Quiz

(2pt) De luidspreker bestaat uit drie onderdelen. De conus is een van deze onderdelen.
Noteer de namen van de twee onderdelen die ervoor zorgen dat de conus trilt.

Slide 30 - Open question

(4pt) De hoogste toon die de luidspreker weer kan geven, heeft een trillingstijd van 0,040ms.
Bereken de frequentie en leg uit of deze toon hoorbaar is voor de mens. NOTEER het gehoorbereik van de mens bij je uitleg.

Slide 31 - Open question

De smartphone laat muziek horen met een geluidsniveau van maximaal 88dB. Door het gebruik van de versterker wordt dat verhoogd tot 94dB. Voor het geluidsniveau geldt:
Bij elke verdubbeling van het geluid neemt het geluidsniveau met 3dB toe.

Vergelijk het geluid van 94dB met het geluid van 88dB. Op de volgende dia zie je een aantal zinnen over deze vergelijking. Gebruik je BINAS.

Slide 32 - Slide

(0,5pt) Vul het getal op de puntjes in:
Het geluid van 94 dB is ....... harder dan het geluid van 88 dB

Slide 33 - Open question

(0,5pt) Vul het getal op de puntjes in:
Het geluid van 94 dB is ....... keer zo hard als het geluid van 88 dB

Slide 34 - Open question

(1pt) Kies het antwoord dat op de puntjes hoort
De maximale blootstellingsduur aan geluid van 94 dB is ............. vier uur
A
gelijk aan
B
minder dan
C
meer dan

Slide 35 - Quiz


(1pt) In welke zone valt het maximale geluidsniveau van de luidspreker?



A
A) hinderlijk
B
B) zeer hinderlijk
C
C) zeer luid
D
D) extreem luid

Slide 36 - Quiz

(1pt) Asfalt smelt vanaf 327K.
Noteer deze temperatuur in graden Celsius.

Slide 37 - Open question

Na het aanbrengen van het gesmolten asfalt koelt het af.
Over de gevolgen daarvan zie je hieronder een paar zinnen. (1pt) Sleep het juiste antwoord naar de juiste zin toe (blauw moet je naar rood slepen)

Bij het afkoelen van het asfalt neemt het volume ...........
Bij het afkoelen van het asfalt neemt de dichtheid..........
Toe
Af

Slide 38 - Drag question

(1pt) Bij het afkoelen van een vaste stof verdampt er onder andere water uit het asfalt.
Leg uit of het verdampen een chemische reactie of een natuurkundig proces is.

Slide 39 - Open question

Jan heeft een schakeling gemaakt met een lampje in serie met een weerstand, die aangesloten is op een batterij.
Jan meet de spanning over en de stroomsterkte door de lamp. Je ziet hierboven een deel van deze schakeling schematisch weergegeven.

Slide 40 - Slide

Je ziet op het plaatje een deel van deze schakeling schematisch weergegeven. Teken dit over en vul aan met op de correcte plek, een lamp, weerstand, stroommeter en spanningsmeter.

Slide 41 - Open question

Jan gaat meten en komt tot de volgende meetgegevens. Teken van deze tabel een correcte grafiek. Lever een foto in van je getekende grafiek op de volgende dia.

Slide 42 - Slide

Teken van deze tabel een correcte grafiek en lever hier een foto in.

Slide 43 - Open question