What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Care
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Bot- spieraandoeningen
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Presentatie
Naam (+Latijnse naam)
Wat is er aan de hand?
Symptomen en klachten
Risicogroep
Hoe begeleiden?
timer
25:00
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Wat is een ander woord voor botontkalking?
A
Osteoperose
B
Artrose
C
reumatoïde artritis
D
botatrofie
Slide 15 - Quiz
Welke twee kenmerken horen bij osteoporose?
A
Het kraakbeen wordt dunner.
B
Er wordt meer bot afgebroken dan aangemaakt.
C
Gewrichten bewegen minder soepel.
D
Er is een verhoogde kans op botbreuken.
Slide 16 - Quiz
Op welke plek in de afbeelding is er iets mis als als je lijdt aan artrose? Kies het juiste nummer.
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 17 - Quiz
Welk advies is het beste bij een cliënt met artrose die geen klachten heeft?
A
Houd zoveel mogelijk rust om ontstekingen te voorkomen.
B
Beweeg zoveel je kunt en slik indien nodig pijnstillers en ontstekingsremmers.
C
Blijf bewegen, train je spieren en maak zo je gewricht sterker.
D
Beweeg volgens een vast schema. Ook als je (milde) pijn krijgt.
Slide 18 - Quiz
Een cliënt heeft last van pijnlijke, warme en stijve gewrichten. Wat is er waarschijnlijk aan de hand?
A
De cliënt heeft last van spieratrofie.
B
De cliënt heeft MS.
C
De cliënt heeft last van artrose.
D
De cliënt heeft reumatoïde artritis.
Slide 19 - Quiz
Hoe begeleid je een cliënt met reumatoïde artritis? Kies de twee juiste antwoorden.
A
Gebruik een in een theedoek gewikkeld coldpack om de pijn in het gewricht te verminderen.
B
Gebruik een lauwwarme kruik om de pijn in het gewricht te verminderen.
C
Adviseer de cliënt om te blijven bewegen, ook als het gewricht dik, warm of rood is.
D
Moedig de cliënt aan om stevig te bewegen op momenten waarop de klachten beperkt zijn.
Slide 20 - Quiz
Hoort het kenmerk bij spieratrofie of bij spasticiteit?
spieratrofie
spasticiteit
Spieren worden dunner en verliezen kracht.
Spieren trekken wisselend of permanent samen.
Kan worden veroorzaakt door hersenletsel.
Spieren zijn overprikkeld.
Slide 21 - Drag question
Hoe heet het verwijderen van een lichaamsdeel?
A
sclerose
B
atrofie
C
dwarslaesie
D
amputatie
Slide 22 - Quiz
Huiswerk
Maken verwerkingsopdracht:
Thema 9:
Opdracht 3: Bot- en gewrichtsaandoeningen
Opdracht 4: aandoeningen aan de zenuwen ...
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Aandoeningen aan gewrichten/bewegingsstelsel
October 2024
- Lesson with
35 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Reumatische aandoeningen
October 2024
- Lesson with
26 slides
Verzorgende
MBO
Studiejaar 2
VT Ouderenzorg MV les 2: pathologie bewegingsstelsel
February 2022
- Lesson with
21 slides
pathologie
MBO
Studiejaar 1
VT Ouderenzorg MV week 2 - Pathologie bewegingsstelsel
December 2022
- Lesson with
23 slides
pathologie
MBO
Studiejaar 1
VT BBL week 5
March 2024
- Lesson with
26 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
VT Ouderenzorg MV week 2 - Pathologie bewegingsstelsel
May 2023
- Lesson with
19 slides
pathologie
MBO
Studiejaar 1
Lesweek 4
January 2022
- Lesson with
26 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
Week 7 - Bewegingsstelsel (VVT ouderen verdieping)
January 2024
- Lesson with
20 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 4