Lundi le 4 décembre (h2d-s49)

Bientôt la Saint-Nicolas!
Bonjour!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bientôt la Saint-Nicolas!
Bonjour!

Slide 1 - Slide

menu du jour
- la Saint-Nicolas
- huiswerk bespreken
- oefenen met de woorden

Slide 2 - Slide

Wanneer is Sinterklaas in Frankrijk?
A
5 december
B
6 december
C
25 december
D
26 december

Slide 3 - Quiz

Waar word het gevierd in Frankrijk?
A
Noord-Frankrijk
B
Alleen Nantes
C
Zuid-Frankrijk
D
Alleen Parijs

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Waar gingen de kinderen heen?
A
de bakker
B
de dierenwinkel
C
de kringloop
D
de slager

Slide 6 - Quiz

Wat vroegen ze aan de slager?
A
Of ze daar mochten logeren.
B
Of ze daar mochten eten.
C
Of ze vlees mochten kopen
D
Of ze Saint-Nicolas mochten zien.

Slide 7 - Quiz

Wat heeft de slager in zijn hand?
A
Een vork
B
Een lepel
C
Een zaag
D
Een slagersmes

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurde er met de kinderen?
A
Ze kregen ham.
B
Ze gingen slapen.
C
Ze werden in plakjes gehakt.
D
De slager at de kinderen.

Slide 9 - Quiz

Wat vliegt er over het huis?
A
Kraaien
B
Meeuwen
C
uilen
D
Duiven

Slide 10 - Quiz

Waarom ging Saint-Nicolas naar de slager?
A
Om er te logeren.
B
Om daar te eten.
C
Om de kinderen te redden.
D
De kinderen te eten.

Slide 11 - Quiz

Welke kleur heeft de uil?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen
D
Geel

Slide 12 - Quiz

At Saint-Nicolas het eten dat de slager gaf?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Met hoeveel vingers toverde Saint-Nicolas de kinderen terug?
A
5
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Na hoeveel jaar bevrijde Saint-Nicolas de kinderen?
A
28 jaar
B
5 jaar
C
12 jaar
D
7 jaar

Slide 15 - Quiz

Welke zin is incorrect?
A
elle a acheté une nouvelle voiture
B
elle a acheté un nouveau album
C
elle a acheté des nouveaux pulls
D
elle a acheté des nouvelles chaussures

Slide 16 - Quiz

Welke zin is incorrect?
A
cette fille est très sportife
B
cette fille est très sportive
C
cette fille est très heureuse
D
cette fille est très triste

Slide 17 - Quiz

Welke zin is correct?
A
c'est une bel femme
B
c'est une femme belle
C
c'est une belle femme
D
c'est une beaue femme

Slide 18 - Quiz

Welke zin is correct?
A
il a des vieilles rideaux
B
il a des vieux rideaux
C
il a des vieuxs rideaux
D
il a des rideaux vieux

Slide 19 - Quiz

Huiswerk gemaakt?
-afmaken ECRIRE p.110 ex 24-25-26-29

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Maintenant & les devoirs 6/12
- herhalen alle woorden apprendre 1-2-4-6-8

 




Slide 23 - Slide