Meervoud

Meervoud
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meervoud

Slide 1 - Slide

enkelvoud = één
meervoud = twee of meer
Meervoud in het Engels:
meestal +s

one book - two books
one girl - two girls
one car - two cars
jacket
jackets

Slide 2 - Slide

Let op! Uitzondering:
one bus - two buses
one watch - two watches 

Slide 3 - Slide

Hoe zet je een Engels woord meestal in het meervoud?

Slide 4 - Open question

Wat is het meervoud van

dog
A
dogs
B
dog's

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van

banana
A
banana's
B
bananas
C
pineapple

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van
book?

Slide 7 - Open question

Wat is het meervoud van
wish?

Slide 8 - Open question

Wat is het meervoud van
chair?

Slide 9 - Open question

Wat is het meervoud van
kiss?

Slide 10 - Open question

Regels van het meervoud
Ik moet dit nog leren
Ik moet dit nog veel oefenen
Ik ga dit kort herhalen en oefenen
Ik kan dit

Slide 11 - Poll