24-6

Was machen wir heute?
Toets

Opdrachten maken
Start les
Toets
An die Arbeit

Einde les
1 / 37
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Was machen wir heute?
Toets

Opdrachten maken
Start les
Toets
An die Arbeit

Einde les

Slide 1 - Slide

Toets
  • De toets is maandag 1 juli.
  • Je leert de grammatica van hoofdstuk 1, 2, 3 & 4.

Start les
Toets
An die Arbeit

Einde les

Slide 2 - Slide

Wat moet je leren?
  • Getallen 0 t/m 1 miljoen.
  •  Vraagwoorden.
  • Lidwoorden: der, die, das
  • Lidwoorden: ein, eine
  • Werkwoorden: haben en sein
  • Werkwoorden: uitgangen regelmatige werkwoorden
Start les
Toets
An die Arbeit

Einde les

Slide 3 - Slide

Welke opdrachten maak je?
Maak de herhalingsopdrachten van hoofdstuk 1, 2, 3 en 4. 
Op bladzijde 176 tot en met 183.
Start les
Toets
An die Arbeit

Einde les

Slide 4 - Slide

Deutsch

Slide 5 - Slide

Was machen wir heute?
Vragen?

Oefenen Grammatik

Open LessonUp.
Gebruik jouw eigen naam!
Start les
Oefenen

Einde les

Slide 6 - Slide

Fragen?
Welke vragen zijn er over de grammaticatoets?


Start les
Oefenen

Einde les

Slide 7 - Slide

lidwoorden ein & eine

Slide 8 - Slide

Ein
Eine
Der
Die
Das

Slide 9 - Drag question

Es dürfen hier leider ... Hunde (mv) rein. (geen)

Slide 10 - Open question

... Suppe (v) für mich bitte. (een)

Slide 11 - Open question

Das ist ... süßes Baby (o). (een)

Slide 12 - Open question

Hier sind ... Kinder (mv). (geen)

Slide 13 - Open question

haben en sein

Slide 14 - Slide

Mein Vater _______ 49 Jahre alt
A
bin
B
bist
C
ist
D
seid

Slide 15 - Quiz

Ich _______ eine Tasche gekauft
A
bin
B
habe
C
bist
D
hast

Slide 16 - Quiz

Wir _______ in der Kantine
A
bist
B
seid
C
sind
D
haben

Slide 17 - Quiz

Ihr _____ (haben)

Slide 18 - Open question

ich ______ (sein)

Slide 19 - Open question

Sie _____ (sein)

Slide 20 - Open question

Du ______ (haben)

Slide 21 - Open question

vraagwoorden

Slide 22 - Slide

........... heißt du?

Slide 23 - Open question

........... ist das? Das ist Claudia.

Slide 24 - Open question

........... gehst du? Ich gehe nach Deutschland

Slide 25 - Open question

............ macht dein Bruder das?

Slide 26 - Open question

............. kommst du? Ich komme aus den Niederlanden

Slide 27 - Open question

........ Musik magst du? Ich mag Popmusik!

Slide 28 - Open question

regelmatige werkwoorden

Slide 29 - Slide

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: Ihr ___ (hören)

Slide 30 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: Sie (u) ___ (schreiben)

Slide 31 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: Ich ___ (trinken)

Slide 32 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: Er ___ (gehen)

Slide 33 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: Du ___ (schwimmen)

Slide 34 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: Du ___ (sagen)

Slide 35 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: Wir ___ (spielen)

Slide 36 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in: Sie (ev) ___ (regeln)

Slide 37 - Open question