H1_E_PresentSimple

Wat doe jij iedere dag?
1 / 14
next
Slide 1: Mind map
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat doe jij iedere dag?

Slide 1 - Mind map

Ik kan iets vertellen over:
een feit
een gewoonte
iets wat regelmatig gebeurt

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Tegenwoordige tijd gebruik je:
Feiten: 
Water boils at 100 degrees Celcius
Hair grows a centimetre per month

Gewoonten:
I brush my teeth every morning
I cycle to school every day

Dingen die regelmatig gebeuren:
Peter uses my bike 
Jasmine steals my lunch


uitleg

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je de tegenwoordige tijd in het Engels?
A
alleen bij feiten
B
alleen bij gewoonten
C
alleen bij dingen die vaak gebeuren
D
feiten, gewoonten en dingen die vaak gebeuren

Slide 5 - Quiz

Hoe maak je een tegenwoordige tijd in het Engels?
Bij: I / you / we / they, gebruik je het hele werkwoord
Bij: she / he / it, gebruik je het hele werkwoord+s 

Dit noemen we de "SHIT" regel


uitleg

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
I
play
work
talk
you
play
work
talk
she
plays
works
talks
he
plays
works
talks
it
plays
works
talks
they
play
work
talk
we
play
work
talk
uitleg

Slide 7 - Slide

Bij welke zin passen I / you / she / he / it / we / they ? 
... play the piano
... plays the piano
I
you
we
they
he
she
it

Slide 8 - Drag question

Signaal woorden
Vaak kun je de tegenwoordige tijd herkennen aan een signaalwoord:  every, always, never, sometimes, often, frequently en usually 

She walks to school every day.
I always brush my teeth in the morning.
Sometimes, Sarah steals my lunch.
I usually cycle to football practice on Wednesday.


uitleg

Slide 9 - Slide

Noem 1 Engels signaal woord waaraan je de tegenwoordige tijd herkend

Slide 10 - Open question

Spelling she/ he / it 
Voor de meest werkwoorden bij she/ he / it = werkwoord + s
  • Werkwoorden die eindigen op klinker + y = werkwoord + s
  • Werkwoorden die eindigen op medeklinker + y = y wordt ies
  • Werkwoorden die eindigen op een 's' klank = werkwoord + es



klinker + y
medeklinker + y
eindigt op 's' klank
I / you / we / they
buy
play
say
try
cry
fly
kiss
watch
fix
she / he / it
buys
plays
says
tries
cries
flies
kisses
watches
fixes
uitleg

Slide 11 - Slide

Maak de zinnen compleet in de tegenwoordige tijd.

She _____ (buy) apples every week.
He ______(try) to win every game.
She sometimes _____ (watch) youtube videos.

Slide 12 - Open question

be, have , do en go
I
am
have
do
go
you
are
have
do
go
she
is
has
does
goes
he
is
has
does
goes
it
is
has
does
goes
we
are
have
do
go
they
are
have
do
go
uitleg

Slide 13 - Slide

Tegenwoordige tijd 
Wanneer?
Hoe?
Spelling
signaal woorden
- feiten

- gewoonten

- regelmatige gebeurtenissen
I / you / we / they
werkwoord

she / he / it
werkwoord + s
medeklinker+y
y wordt ies
fly/flies

klinker+y 
= +s
buy/buys

eindigt in 's' klank
= + es
kiss/ kisses
watch/ watches
every
always
never
sometimes
often
frequently
usually
uitleg

Slide 14 - Slide