Onvoltooid tegenwoordige tijd

ONVOLTOOID TEGENWOORDIGE TIJD
Ook bekend als: present simple
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

ONVOLTOOID TEGENWOORDIGE TIJD
Ook bekend als: present simple

Slide 1 - Slide

DE BASIS
Onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.)

  • Ik loop
  • Jij loopt
  • Wij lopen

Slide 2 - Slide

DE BASIS
Onvoltooid tegenwoordige tijd:
  • gebeurt vaker
I bike to school every day
  • is een feit
The sun rises in the east

Slide 3 - Slide

DUS NIET...
Je gebruikt de o.t.t. niet als iets  gebeurt. Dan gebruik je de -ing vorm:

Dus niet: 
I listen to the teacher
Maar:
I am listening to the teacher

Slide 4 - Slide

DUS NIET...
Dus niet: 
I am working at Albert Heijn every weekend
Maar:
I work at Albert Heijn every weekend

Slide 5 - Slide

Jason ... his mother every night
A
calls
B
is calling

Slide 6 - Quiz

She can't talk right now, she ... on the phone.
A
talks
B
is talking

Slide 7 - Quiz

VORM
I / you / we / they = 
hele werkwoord
  
I / you / we / they look at the TV
He / she / it = 
hele werkwoord + -s

(s)he / it looks at the TV

Slide 8 - Slide

VORM
Werkwoorden die eindigen op een -s klank(!)

He / she / it + -es
He watches Netflix all the time

Slide 9 - Slide

Vul in:
She ... (to kiss) her dog on the lips

Slide 10 - Open question

Vul in:
My big sister often ... (to push) me into the pool.

Slide 11 - Open question

VORM
Werkwoorden die eindigen op een -y

He / she / it + werkwoord - y + ies
She often worries about her exams

Slide 12 - Slide

Vul in:
Alex ... (to party) every weekend until 4 am.

Slide 13 - Open question

Vul in:
Aladdin ... (to fly) on a magic carpet.

Slide 14 - Open question