Lidwoord, zn, bn

Woordsoorten
Pak je laptop, je schrift en één pen. 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordsoorten
Pak je laptop, je schrift en één pen. 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling werkwoord
- Uitleg lidwoord en zelfstandig naamwoord
- Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Doel
- Na deze les weet je wat een lidwoord, werkwoord en een zelfstandig naamwoord is.  

Slide 3 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 4 - Open question

Is 'boven' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 5 - Quiz

Is drinken een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 6 - Quiz

Is 'kochten' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 7 - Quiz

Lidwoorden
Staan voor een zelfstandig naamwoord:
de - het - een


Slide 8 - Slide

Even herhalen.
Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 9 - Quiz

Wat is geen lidwoord?
A
de
B
het
C
die
D
een

Slide 10 - Quiz

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 11 - Open question

Zelfstandige naamwoorden
Aantekeningen:

  • Mensen, dieren dingen.
  • Voor een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten. 
  • Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Slide 12 - Slide

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
Calvin
B
huis
C
praat
D
oplader

Slide 14 - Quiz

Je ziet een tekening
Pak een pen en een papier.
Schrijf in tweetallen zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden op. 
Je hebt hier twee minuten de tijd voor. 

Slide 15 - Slide

timer
2:00000

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
Werkblad werkwoorden, lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

Slide 17 - Slide

bijvoeglijk naamwoord:
Leg uit of geef een voorbeeld ervan

Slide 18 - Mind map

Bijvoeglijk naamwoorden zeggen iets over het zelfstandig naamwoord!




'rood' is een 'gewoon' bijvoeglijk naamwoord. 
'plastic' is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord - zo noemen we bijvoeglijk naamwoorden die een materiaal beschrijven

Slide 19 - Slide

In de volgende tekening ga je op zoek naar zoveel mogelijk zelfstandig naamwoorden mét het bijvoeglijk naamwoord ervoor 
Pak een pen en een papier.
Schrijf in tweetallen zoveel mogelijk bijvoeglijke/zelfstandige naamwoorden op. 
Je hebt hier twee minuten de tijd voor. 


 bijvoorbeeld: de oude auto
of: het rode dak

Slide 20 - Slide

timer
2:50000

Slide 21 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 22 - Open question

Werkwoorden (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting is WW.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt 
- wat iets of iemand doet,
- wat iets of iemand overkomt
wat er is gebeurd.


Slide 23 - Slide

Is 'drinken' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 24 - Quiz

Is 'boven' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 25 - Quiz

Is 'jarig' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 26 - Quiz

Is 'zijn' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 27 - Quiz

Zelfstandig werken (15 min)
Cursus 5; grammatica
Trainen
Eén oefening van werkwoorden, één van lidwoorden/zelfstandige naamwoorden en één van bijvoelijke naamwoorden.

Slide 28 - Slide

Je ziet een tekening
Ontdek zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden.
Je hebt hier twee minuten de tijd voor. 

Slide 29 - Slide

timer
2:00000

Slide 30 - Slide