1. Oktober 2024/Kapitel 2 / Sprechen

10 Minuten still lesen:
Was?
- Lies Tipp 1, 2 und 3 zu Text D zu Kapitel 2


1. Was bedeutet: einen Schluckauf loswerden (Titel).
2. Erzähle (vertel) auf Niederländisch was die drei Tipps beinhalten (inhouden).

timer
10:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

10 Minuten still lesen:
Was?
- Lies Tipp 1, 2 und 3 zu Text D zu Kapitel 2


1. Was bedeutet: einen Schluckauf loswerden (Titel).
2. Erzähle (vertel) auf Niederländisch was die drei Tipps beinhalten (inhouden).

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Was wirst du diese Stunde lernen?
Aan het einde van de les
  •  kun je de Zischlaute goed uitspreken.
  • kun je zeggen hoe je je voelt.
  • kun je vertellen wat er gebeurd is.




Slide 2 - Slide

die Hausaufgaben
Gelernt:
  • Kapitel 1: Lernübersicht Lernliste und Grammatik
  • Kapitel 2: Lernliste N-D t/m zich voelen
  • Kapitel 2: Lernliste D-N Teil A und C



































































Gemacht
  •  die Aufgaben 11, 12 zu Teil B Kapitel 2


Slide 3 - Slide

Aufgabe 30
Höre dir die Wörter an und sprich sie nach.
Zahn – zu – zwei – zweifeln – zwölf

Fuß – Fußball – heiß – Spaß – weiß

besuchen – Gesicht – Gesundheit – Nase

Hals – Krankenhaus – Muskelkater – nervös

Gute Besserung! – küssen – müssen – Wasser

Slide 4 - Slide

Aufgabe 31
Arbeitet zu zweit. Einer liest den Satz vor, der andere hört zu und verbessert, wenn nötig, die Aussprache. 
Achtet vor allem auf die Aussprache der Zischlaute. Wechselt auch die Rollen.


Wenn zwanzig Zwillinge zu uns kommen, dann servieren wir zum Essen sahnigen Käse und heiße Weißwurst und Wasser oder Suppe dazu.

Slide 5 - Slide

Aufgabe 32
1. Lies die Sätze. Höre dir dann das Gespräch an. Wähle, was gesagt wird.

2. Die Buchstaben vor den richtigen Sätzen bilden ein Wort. Welches?

Slide 6 - Slide

Aufgabe

Zoek in de Sprachmittel hoe de zinnen rechts in het Duits gezged worden.
1. Hoe gaat het eigenlijk met jou?
2. Met mij gaat het niet zo goed.
3. Ik heb sinds gisteren hoofdpijn.
4. Ik ben vanmorgen aan het been gewond geraakt.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

1. Hoe gaat het eigenlijk met jou?
2. Met mij gaat het niet zo goed.
3. Ik heb sinds gisteren hoofdpijn.
4. Ik ben vanmorgen aan het been gewond geraakt.
1. Wie geht es dir eigentlich?

2. Mir geht es nicht so gut.

3. Ich habe seit gestern Kopfschmerzen.
4. Ich habe mich heute Morgen am Bein verletzt.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Selbständig arbeiten
Was? Mache die Aufgabe 18 zu E Grammatik Kapitel 2
Wie? im Buch
Mit wem? Alleine
Hilfsmittel: Lernliste N-D
Fertig? Oefentoets K 1slim stampen Kapitel 1 (Wortschatz und Grammatik).
Lernliste N-D t/m ziek (Kapitel 2)



Slide 10 - Slide

Aufgabe 1 Individuell
Noteer vragen in het Duits die je hierna aan een medeleerling gaat stellen. 
Kies 4 onderwerpen (4 vragen):
naam
hobby/vrije tijd
woonplaats
leeftijd
broers/zussen
lievelingsvak
huisdier


Aufgabe 2 zu zweit
Ga naast een klasgenoot zitten bij wie je vorig jaar niet in de klas zat.
  • Stel elkaar de vragen.
  • Geef elkaar feedback op zinsbouw, grammatica en uitspraak
  • Doe het gesprek nog een keer met de verbetertips



timer
3:00
timer
4:00

Slide 11 - Slide

die Hausaufgaben
Gelernt:
  • Kapitel 1: Lernübersicht Lernliste und Grammatik
  • Kapitel 2: Lernliste N-D t/m zich voelen
  • Kapitel 2: Lernliste D-N Teil A, C und D



































































Gemacht
  •  die Aufgabe 18 zu E Grammatik Kapitel 2

A
n die Arbeit!

Slide 12 - Slide

Was hast du heute gelernt?

Slide 13 - Slide

Nächste Unterrichtsstunde:
Bitte mitnehmen
Laptop        Buch A        Heft              Kugelschreiber  

Slide 14 - Slide

Aufgabe
1. Ga naar de grammatica achter in je boek en zoek de werkwoorden 'haben' en 'sein' op.
Ga 5 minuten leren.
2 Ga naar Lessonup - toets 'haben' en 'sein' en maak de opdrachten.

Fertig? 
Ga naar Kapitel 1, zoek op en noteer in je schrift:
1 het thema van het hoofdstuk 
2 welke soort woorden je haat leren (wat zijn de onderwerpen)
3 de grammaticaonderdelen
4 waar je over leert spreken
5 Fertig? Lerne die erste 10 Wörter der Lernliste.


Slide 15 - Slide