NW en WW h2

Welkom!
Boek open en huiswerk op je tafel blz: 210-211
Pen, schrift en device!



Let op: 
Tas tegen de muur en neem je spullen voor je!
timer
5:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Boek open en huiswerk op je tafel blz: 210-211
Pen, schrift en device!



Let op: 
Tas tegen de muur en neem je spullen voor je!
timer
5:00

Slide 1 - Slide

- Welkom
- Naamwoordelijk gezegde hw nakijken
- Paragraaf 5 filmpje
- Opdrachten maken
- Blooket Quiz



Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
Hieronder staan zinnen met het wg dikgedrukt. Wat valt je op aan het werkwoordelijk gezegde? 

  1. Ik heb vandaag 10 kilometer gelopen. 
  2. In de vakantie willen we naar de dierentuin gaan
  3. Ik wil frietjes eten
Werkwoordelijk gezegde (wg)

Slide 3 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
Hieronder staan zinnen met het wg dikgedrukt. Wat valt je op aan het werkwoordelijk gezegde? 

  1. Ik heb vandaag 10 kilometer gelopen. 
  2. In de vakantie willen we naar de dierentuin gaan
  3. Ik wil frietjes eten
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden uit een zin. 

Slide 4 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in een zin. 


Voorbeeld:
Ik zal nieuwe sportschoenen kopen

Alle werkwoorden:  
Werkwoordelijk gezegde (wg)

Slide 5 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in een zin. 


Voorbeeld:
Ik zal nieuwe sportschoenen kopen

Alle werkwoorden:  zal kopen


Werkwoordelijk gezegde (wg)

Slide 6 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in een zin. 


Voorbeeld:
Ik zal nieuwe sportschoenen kopen

Alle werkwoorden:  zal kopen

Wg: 
Werkwoordelijk gezegde (wg)

Slide 7 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in een zin. 


Voorbeeld:
Ik zal nieuwe sportschoenen kopen

Alle werkwoorden:  zal kopen

Wg: zal kopen
Werkwoordelijk gezegde (wg)

Slide 8 - Slide


  1. Hij heeft de hele avond televisie gekeken.
  2. Volgens de buren staat het geluid wel erg hard.
  3. Hem vroegen ze niets.
  4. Ronald wil graag met je meerijden.
  5. Durf jij daar te blijven staan?
  6. Hij was aan het wachten op de bus. 
LET OP!
Als de woordjes te of aan het voor het werkwoord staan, horen te en aan het bij het werkwoordelijk gezegde.

timer
3:00
Vind de werkwoordelijk gezegdes in de volgende zinnen:

Slide 9 - Slide

Maken op blz. 215 opdracht 1 t/m 5
Na 10 min, BLOOKET!
LET OP!
Niet af in de les? Huiswerk!

timer
10:00
HUISWERK

Slide 10 - Slide