W5_L1_P4_1KC

W7-L1_P3_1KC
timer
3:00
  Welkom 1KC
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

W7-L1_P3_1KC
timer
3:00
  Welkom 1KC

Slide 1 - Slide

Planning
  • Proefwerk (herkansen)
  • Korte herhaling persoonsvorm
  • Rollen van het werkwoord
  • Zelfstandig werken (en huiswerkcontrole)

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm?
  1. Jack roept naar de docent.
  2.  Lotte weet alles over films en series.
  3. Kun jij deze taart helemaal alleen op?

(........proef / ........proef)

Slide 3 - Slide

LESDOEL
  • Je leert dat werkwoorden 'rollen' uitdelen en welke dit zijn.
  • Je leert hoe een zin is opgebouwd (de basis).

Slide 4 - Slide

rollen van een werkwoord
geeft
iemand
loopt
iets
iemand
iemand
aan
iets
eet 
iets

Slide 5 - Slide

Maak samen zinnen met de kaartjes:
  1. Pak een paars werkwoordkaartje.
  2. Leg er zoveel mogelijk gele en groene iemand/iets-kaartjes voor en achter. 
  3. Soms moet je een roze aan-kaartje gebruiken.
  4. Gebruik alle paarse kaartjes. Van de andere kleuren kunnen er kaartjes overblijven.


iemand
geeft
iets
aan
iemand

Slide 6 - Slide

zinnen maken
  1. Wissel nu alle iemand/iets kaartjes om met de nieuwe blauwe kaartjes. 
  2. Maak op deze manier goed lopende zinnen. Ze moeten grammaticaal kloppen, maar mogen best gek zijn.

Slide 7 - Slide

rollen van een werkwoord
EERSTE ROL:
=
onderwerp




persoonsvorm

TWEEDE ROL
=    
lijdend  voorwerp

DERDE ROL
=
meewerkend voorwerp
eet
ontploft
leert
loopt
vraagt
vergeet

Slide 8 - Slide

Opdracht huiswerk
  1. Bedenk zelf vijftien werkwoorden en maak hier iemand/iets zinnen mee.
  2. Schrijf steeds achter de zin hoeveel rollen het werkwoord uitdeelt.


Zo schrijf je dit in je schrift:

  1. dromen          Iemand droomt iets            (2 rollen)
  2. fietsen             Iemand fietst                        (1 rol)

Slide 9 - Slide

Klaar?

Cursus 5, paragraaf 4 (blz. 204-205)

Lees zelfstandig de theorie in het groene blok en maak opdracht 1 tot en met 6 netjes in je schrift.

Slide 10 - Slide