Lijdend voorwerp

Grammatica - 
Lijdend voorwerp (en Werkwoordelijk gezegde)
VMBO K/TL
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grammatica - 
Lijdend voorwerp (en Werkwoordelijk gezegde)
VMBO K/TL

Slide 1 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde??

Slide 2 - Open question

Herhaling werkwoordelijk gezegde

Slide 3 - Slide

Doelen
In deze les ontdek je:
  • de overeenkomsten tussen een zin en een film 
  • dat een werkwoord ‘rollen uitdeelt’, bijvoorbeeld aan het onderwerp en het lijdend voorwerp
  • wat het lijdend voorwerp is
  • hoe je het lijdend voorwerp in een zin kunt herkennen en benoemen.

Slide 4 - Slide

Lijdend voorwerp: ondergaat de handeling

De ME  / betrapt /  de drugshandelaars  / in de loods.

  • De ME heeft de eerste rol. (ond)
  • De drugshandelaars spelen de tweede rol. (Lv)
  1. Lijdend voorwerp = Tweede rol in de zin
  • Mens of ding
  • Jan slaat morgen de zwerver
  • Peter draagt een mooie ring

Slide 5 - Slide

Lijdend voorwerp
  • De verpleegster verzorgt de oude man 
  • Iemand verzorgt iemand

  • Ik stuurde jou gisteren een verjaardagskaart.
  • Iemand stuurt iets

Slide 6 - Slide

Werkwoorden en rollen
WW met 1 rol
Ond + pv


Blaffen:
De hond blaft

Slapen
Piet slaapt

Slide 7 - Slide

Werkwoorden en rollen
WW met 1 rol
Ond + pv


Blaffen:
De hond blaft

Slapen
Piet slaapt
WW met 2 rollen
Ond+pv+iemand


betrappen
Jan betrapt de zwerver


Slide 8 - Slide

Werkwoorden en rollen
WW met 1 rol
Ond + pv


Blaffen:
De hond blaft

Slapen:
Piet slaapt
WW met 2 rollen
Ond+pv+iemand


betrappen
Jan betrapt de zwerver


WW met 3 rollen
Ond+pv+iets+iemand

Geven:
Piet geeft de ring aan hem

Slide 9 - Slide

Zelfstandig aan het werk
PLOT26 Grammatica 2:
Les 5: Lijdend voorwerp
  • opdracht 1-12
  • Peperopdracht
Je maakt eerst de andere lessen af. Les 1, 3 en 4

Ik controleer ondertussen antwoorden van de les van gisteren
Klaar?
App werkwoordspellen
tot kwart over stil
Je mag muziek op

Slide 10 - Slide