Doelen 1 t/m 3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Doelen 1 t/m 3

Herhaling

Noah werkt in een winkel. Hij krijgt 5 euro per uur betaald. Hij werkt 2 uur, hoeveel euro krijgt Noah uitbetaald?

Noah werkt in een winkel. Hij krijgt 5 euro per uur betaald. Hij werkt 2 uur, hoeveel euro krijgt Noah uitbetaald?

10 euro

Noah werkt in een winkel. Hij krijgt 5 euro per uur betaald. Hij werkt 2 uur, hoeveel euro krijgt Noah uitbetaald?

Noah krijgt nu ook een reiskostenvergoeding erbij. De reiskostenvergoeding is 2 euro. Wat verandert er nu aan de pijlenketting?

Oude pijlenketting

Nieuwe pijlenketting

Een autoverhuurbedrijf berekent zijn prijs met de formule
aantal dagen x 50 + 100 = kosten
Bereken de kosten voor iemand die 4 dagen een auto wil huren.

Reken met de formule uit wat het totale bedrag is als je 10 e-books wil lenen? Gebruik de formule hieronder.

Aantal e-books x 3,50 + 10 = totale bedrag

1. 45
2. 520
3. 52
4. 450

A

B

Wat moet er bij A en B staan? 

1. A = aantal dagen B= x 4
2. A = uit getal B= x 4
3. A = x 4 B= bedrag
4. A = x 4 B= aantal dagen

A

B

C

Wat moet er bij A, B en C staan? 

1. A = IN-getal B = 0,75 C = 3
2. A = 0,75 B = 3 C = bedrag
3. A = 3 B = 0,75 C = bedrag
4. A = 3 B = 0,75 C = aantal rondjes

A

B

Wat moet er bij A en B staan? 

       d x 4 = b

     d

1. A = d B= x4
2. A = uit getal B= x4
3. A = x4 B= b
4. A = x4 B= d

A

B

C

Wat moet er bij A, B en C staan? 

r x 0,75 + 3 = b

       r

1. A = IN-getal B = x0,75 C = +3
2. A = x0,75 B = +3 C = b
3. A = x3 B = +0,75 C = b
4. A = +3 B = x0,75 C = r

x gaat voor +

1. WAAR
2. NIET WAAR

Welke formules zijn gelijk?

1. A en B
2. B en C
3. A en C

• Ga aan de slag met je doelen.
• Op eigen tempo aan het werk 
• Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
• Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
• Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!

1) Hoe maak je bij een formule een pijlenketting?

2) Hoe herken je gelijke formules?

3*) Hoe maak je een pijlenketting bij een letterformule?

4) Hoe maak je een omgekeerde pijlenketting?

5) Hoe reken je met een omgekeerde pijlenketting?

6*) Wat is een vergelijking?

7*) Wat wordt er bedoeld met de ‘oplossing van een vergelijking’?