Les 2 soorten botten

Soorten botten
Les 2, VAFAT


2 maart 2022


1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Soorten botten
Les 2, VAFAT


2 maart 2022


Slide 1 - Slide

Lesdoelen les 2
  • De student:
  • heeft kennis van hoe botten zijn ontstaan; botvorming en groei.
  • kan op basis van de vorm van het bot aangeven onder welke groep deze valt; pijpbeenderen ,korte beenderen, platte beenderen, onregelmatig gevormde beenderen.
  • weet wat mobiliteit bij zorgvragers inhoudt.
  • weet hoe je vallen bij zorgvragers met een beperking kunt voorkomen (valpreventie)

Slide 2 - Slide

Even opfrissen
Korte Quiz

Slide 3 - Slide

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 4 - Quiz

Stelling:
.....is een functie van het skelet.
A
Beweging
B
Bescherming
C
Opslag van mineralen en energie
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quiz

Waar worden bloedcellen in het bot aangemaakt?
A
Gele beenmerg
B
Sponsachtig weefsel
C
Rode beenmerg
D
Bloedvaten

Slide 6 - Quiz

Welk mineraal heeft de mens nodig voor onze botten?
A
Kalium
B
Ijzer
C
Natrium
D
Calcium

Slide 7 - Quiz

Hoe wordt de buitenkant van het bot genoemd?
A
Compacte botweefsel
B
Endotheel
C
Sponsachtig botweefsel
D
Bindvlies

Slide 8 - Quiz

Wat is geen functie van het botvlies?
A
Het vormen van een barrière rondom het bot
B
Het zorgen voor extra stevigheid
C
Het vormen van een aanhechtingsplaats voor pezen
D
Het vormen van een aanhechtingsplaats voor ligamenten (banden)

Slide 9 - Quiz

De binnenste laag van het botvlies bevat botvormende cellen. Dit zijn:
A
Osteocyten
B
Osteoclasten
C
Osteoblasten
D
Osteonen

Slide 10 - Quiz

Botvorming en groei

Slide 11 - Slide

Botvorming:

  • Vanuit kraakbeen 
  • Vanuit bindweefsel 

Slide 12 - Slide

Waar bevinden zich in het lichaam de botten die zijn ontstaan vanuit kraakbeen?

Slide 13 - Open question

Botvorming vanuit kraakbeen
  • Endochrondale botvorming
  • Pijpbeenderen 
  • Voor de geboorte skelet bestaat uit kraakbeen,
  • rondom kraakbeen wordt bot gevormd.
  • Calcium wordt afgezet (gecalcificeerd)
  • Kraakbeen wordt weer afgebroken, groei van verschillende bloedvaten.
  • Verdere groei; gecalcificeerde kraakbeen verwijderd.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Botvorming vanuit bindweefsel
  • Intramembraneuze botvorming
  • Botten in je schedel en sleutelbeen.
  • Herschikking; ontstaat harde en sponsachtig botweefsel.
  • Oorspronkelijke bindweefsel wordt vervangen door botweefsel.

Slide 16 - Slide

Botgroei zowel in de lengte als in de breedte.
Lengtegroei vindt plaats vanuit.......
A
De uiteinden (epifyse)
B
De schacht(diafyse)
C
De groeischijf
D
Het botvlies

Slide 17 - Quiz

Botgroei:
Bot groeit in de lengte als in de breedte.
Lengtegroei
  • Vanuit de groeischijf kan het bot in de lengte groeien.
  • In de groeischijf kan nieuw kraakbeen worden gemaakt.
  • Tot het einde van de puberteit vindt botvorming vanuit het kraakbeen van de groeischijf plaats. Na de puberteit verdwijnen de groeischijven.
  • Je bent uitgegroeid.

Slide 18 - Slide

Botgroei
Waar? Uiteinden van de pijpbeenderen, kaak, heupen

Wat? Kraakbeencellen zitten in groeischijven. 

Wat gebeurt er als je stopt met groeien? Groeischijven waren van kraakbeen, worden van been

Slide 19 - Slide

Breedtegroei:
  • Appositionele groei.
  • Nieuw botweefsel wordt onder het botvlies aangemaakt. 
  • Het bot wordt dan steeds dikker.



Slide 20 - Slide

Soorten botten
Pijpbeenderen
Korte beenderen
Platte beenderen
Onregelmatige beenderen

Slide 21 - Slide

Welke van onderstaande botten behoort niet tot de pijpbeenderen?
A
Schouderblad
B
Spaakbeen
C
Scheenbeen
D
Dijbeen

Slide 22 - Quiz

Tot de onregelmatig gevormde beenderen hoort:
A
hand- en voetwortelbeentjes
B
bekken
C
scheenbeen
D
beenderen in de schedel

Slide 23 - Quiz

Pijpbeenderen
  • dijbeen, opperarmbeen
  • Lang en dun
  • Typische opbouw; diafyse (schacht-middelste deel) en epifyse (uiteinde van een pijpbeen)
  • De schacht bestaat uit compact botweefsel met daarbinnen de mergholte. De mergholte is gevuld met sponsachtig botweefsel en geel beenmerg.
  • Aan het uiteinde van de epifyse bevindt zich bij kinderen de groeischijf.

Slide 24 - Slide

Korte beenderen
  • Zo breed als ze lang zijn (hand- en voetwortelbeentjes)
  • Dun laagje compact botweefsel met sponsachtig botweefsel.

Slide 25 - Slide

Platte beenderen
  • Zijn breed en plat. (schouderblad en beenderen in je schedel)
  • Ze beschermen het weefsel en aanhechting van spieren.
  • Brede laag compact botweefsel en een dunne laag sponsachtig botweefsel.

Slide 26 - Slide

Onregelmatig gevormde beenderen
  • Beenderen met een onregelmatige vorm (ruggenwervels en het bekken)
  • Bestaan uit een dunne laag compact botweefsel met binnenin sponsachtig botweefsel.

Slide 27 - Slide

Opdracht 
Zorgpad
Thema: Anatomie fysiologie
Leerpad: 2 Het bewegingsstelsel
2.3 Hoofd en romp
(2.4) Armen en benen.

Maak hierbij de opdrachten: test je kennis en pas je kennis toe. 

Slide 28 - Slide

Mobiliteit

Slide 29 - Slide

Wat is mobiliteit?

Slide 30 - Open question

Waarom ouderen sneller vallen?

Slide 31 - Mind map

0

Slide 32 - Video

Bij tijd over:



Opdracht
Maak individueel de valpreventietest.
https://www.zorgvoorbeter.nl/valpreventie-ouderen/test

Slide 33 - Slide

Afsluiting
Vragen?                              Doelen bereikt?      Wat vond je van de les?






Slide 34 - Slide

Huiswerk voor volgende week
Voorbereidingsopdracht week 3
Tiltechnieken en gewrichten. 

Slide 35 - Slide

Einde van de les

Slide 36 - Slide