Wat? Je gaat aan de slag met de opdrachten 23 tot en met 26
Hoe? Je mag samenwerken, op fluistertoon
Tijd? Tot het einde van de les.
Hulp? Buurman/buurvrouw of de docent.
Resultaat? De volgende les kijken we het samen na.
Klaar? Ga aan de slag met het leren voor het SO.