herhalen 2.1 en 2.5

herhalen 2.1 en 2.2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

herhalen 2.1 en 2.2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

emergente eigenschappen

Een eigenschap die voorkomt vanaf een bepaald organisatieniveau die er daarvoor nog niet was.

Slide 3 - Slide

celskelet
chloroplast
lysosoom
celmembraan
ribosoom
geeft stevigheid aan de cel
hier vind fotosynthese plaats
zorgen voor de aanmaak van eiwitten
bepaald wat er in en uit de cel gaat
vernietigt schadelijke stoffen of kapotte cellen

Slide 4 - Drag question

Bacteriën
Prokaryoot - eencellig zonder celkern
Cirkelvormig DNA
Voortbeweging met eiwitdraden: flagellen
Heterotroof - leven van organische stoffen

Slide 5 - Slide

Schimmels
Heterotroof
Eencellig of meercellig
10-100x zo groot als bacteriecellen
Celwand van chitine (zoals skelet van insecten)

Slide 6 - Slide

Planten
Autotroof (leven van anorganische stoffen)
Celkern en andere organellen
Celwand bestaat uit cellulose
Stevig door vacuole (blaasje gevuld met water en opgeloste stoffen)

Slide 7 - Slide

Planten
plastiden:
- chloroplasten
- chromoplasten
-Amyloplasten

Slide 8 - Slide

Hier zie je een tekening van de cel van het blad van een plant. Wat is onderdeel 1?
A
celwand
B
celmembraan
C
endoplasmatisch reticulum
D
vacuole

Slide 9 - Quiz

Onderzoekers gebruiken zowel schimmels als bacteriën voor DNA-technieken. Ze brengen een gen voor een nieuwe erfelijke eigenschap bij het erfelijk materiaal in. Geef voor zowel schimmels als bacteriën aan waar de onderzoekers het nieuwe gen precies inbrengen.

Slide 10 - Open question

Voor een medisch onderzoek wordt een microscopisch preparaat gemaakt van ontlasting (poep). In dat preparaat bevinden zich onder andere bacteriën, cellen van een spinazieplant en cellen van de darmwand.
In de afbeelding is een deel van het preparaat getekend.

Slide 11 - Slide

Welke letter of welke letters geven
cellen van een spinazieplant aan?
A
P
B
Q
C
R
D
Zowel Q als R

Slide 12 - Quiz

afmaken opdrachten 2.1 en 2.2

Slide 13 - Slide