Gram + Form H2, 3, 5

De vereniging voor autisme vraagt haar leden om een gift, die gebruikt zal worden voor reclamedoeleinden.
Naar welk antecedent verwijst "die"
A
reclamedoeleinden
B
leden
C
gift
D
autisme
1 / 42
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De vereniging voor autisme vraagt haar leden om een gift, die gebruikt zal worden voor reclamedoeleinden.
Naar welk antecedent verwijst "die"
A
reclamedoeleinden
B
leden
C
gift
D
autisme

Slide 1 - Quiz

Tomatensap is het enige wat ik echt niet drink op feestjes.
Naar welk antecedent verwijst 'wat'?
A
het enige
B
drink
C
tomatensap
D
feestjes

Slide 2 - Quiz

Omdat de bibliotheek gaat verbouwen stuur ... al ... leden een brief.
A
hij/ zijn
B
het/ zijn
C
hij/ haar
D
ze/ haar

Slide 3 - Quiz

In maart mag de bevolking ... stem uitbrengen voor een nieuw parlement.
A
zijn
B
haar

Slide 4 - Quiz

Marc laat ... brommer ieder jaar nakijken om ... in topconditie te houden.
A
haar/ haar
B
zijn/ hem
C
zijn/ die
D
zijn/ het

Slide 5 - Quiz

Wanneer heb je die mooie motorboot van ... overgenomen?
A
hen
B
hun
C
het
D
zij

Slide 6 - Quiz

Els en Ada vinden het heel jammer dat Tamar ... niet met wiskunde helpt.
A
hen
B
hun
C
het
D
zij

Slide 7 - Quiz

Bij ... nieuwe werkgever moet Nora veel overwerken, ... haar slecht bevalt.
A
zijn, dat
B
haar, dat
C
haar, wat
D
zijn, wat

Slide 8 - Quiz

De hond is voor veel mensen een kameraad [...] ze een hechte band opbouwen.


A
met wie
B
waarmee
C
waarop
D
waartussen

Slide 9 - Quiz

dames- en herenschoenen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 10 - Quiz

kleine en grote landen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 11 - Quiz

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 12 - Quiz

feestmutsen en -neuzen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 13 - Quiz

beroemde acteurs en actrices
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 14 - Quiz

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 15 - Quiz

dames- en herenschoenen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 16 - Quiz

kleine en grote landen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 17 - Quiz

feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 18 - Quiz

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 19 - Quiz

beroemde acteurs en actrices
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 20 - Quiz

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 21 - Quiz

Wij hebben minstens zoveel gedaan als.......
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 22 - Quiz

Wat weten....nou helemaal van jongeren?
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 23 - Quiz

Ze gaf......een klap.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 24 - Quiz

Met......gaat het prima.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 25 - Quiz

Ik feliciteerde.......uitbundig.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 26 - Quiz

Julia helpt......met het ontwerpen van de kleding.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 27 - Quiz

Ik praat nooit meer met...
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 28 - Quiz

Mijn broer kan niet zo goed voetballen als...
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 29 - Quiz

Nadat ze een fikse boete hadden gekregen, fietsten...nooit meer op het troittoir.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 30 - Quiz

Ik heb het .....nog zo gezegd.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 31 - Quiz

Ik wil graag een boodschap voor....achterlaten.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 32 - Quiz

Ineens liet de clown...erg schrikken.
A
zij
B
hun
C
hen

Slide 33 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?

De bal wordt geschopt.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 34 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?

De kinderen drinken limonade.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 35 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?

Word jij later docent aardrijkskunde?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 36 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De leerlingen maken de grammaticatoets.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 37 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 38 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De toets wordt morgen afgenomen bij klas H2a.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 39 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
Ik ben geen groot liefhebber van poëzie.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 40 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De speler heeft een prachtig doelpunt gemaakt.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 41 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De brieven worden door de postbode bezorgd.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 42 - Quiz