Samentrekking

Samentrekkingen
De woorden, woordgroepen en zinnen die je straks ziet, kun je korter schrijven. Noteer de verkorte versies. Denk goed na over spelling jaar 2: wanneer gebruik je een weglatingsstreepje en wanneer niet?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Samentrekkingen
De woorden, woordgroepen en zinnen die je straks ziet, kun je korter schrijven. Noteer de verkorte versies. Denk goed na over spelling jaar 2: wanneer gebruik je een weglatingsstreepje en wanneer niet?

Slide 1 - Slide

damesschoenen en herenschoenen

Slide 2 - Open question

kleine landen en grote landen

Slide 3 - Open question

Hidde mailde het bestuur en Luuk belde het bestuur.

Slide 4 - Open question

feestmutsen en feestneuzen

Slide 5 - Open question

beroemde acteurs en beroemde actrices

Slide 6 - Open question

Kasia reed door rood licht en Kasia kwam daardoor bijna onder de tram.

Slide 7 - Open question

Samentrekking
Als je in een samengestelde zin dezelfde (delen van) woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten. Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.

Slide 8 - Slide

Samentrekking
Bij welke antwoorden is er sprake van een samentrekking op woordniveau, bij welke op woordgroepsniveau en bij welke op zinsniveau?

Slide 9 - Slide

dames- en herenschoenen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 10 - Quiz

kleine en grote landen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 11 - Quiz

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 12 - Quiz

feestmutsen en -neuzen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 13 - Quiz

beroemde acteurs en actrices
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 14 - Quiz

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 15 - Quiz

Samentrekking
Bij welke antwoorden is er voorwaartse samentrekking en bij welke achterwaartse?

Slide 16 - Slide

dames- en herenschoenen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 17 - Quiz

kleine en grote landen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 18 - Quiz

feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 19 - Quiz

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 20 - Quiz

beroemde acteurs en actrices
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 21 - Quiz

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 22 - Quiz

Huiswerk - dinsdag 26 januari 1e uur

Maken: opdr. 2 en 3 van H2 grammatica zinsdelen

Slide 23 - Slide

Een (foutieve) samentrekking

Slide 24 - Slide

Formuleerfouten
Foutieve samentrekking

Slide 25 - Slide