2M

Wat is vergrijzing?
A
Toename van het aantal 65+.
B
Afname van het aantal jongeren.
C
Mensen worden steeds ouder.
D
Toename van het aantal 50+.
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is vergrijzing?
A
Toename van het aantal 65+.
B
Afname van het aantal jongeren.
C
Mensen worden steeds ouder.
D
Toename van het aantal 50+.

Slide 1 - Quiz

Wat is de hoofdstad van China?

Slide 2 - Open question

Waarom voerde China de éénkindpolitiek in?
A
Om het geboortecijfer terug te dringen.
B
Om de bevolking te laten krimpen.
C
Om de bevolking te laten afnemen.
D
Om ontgroening tegen te gaan.

Slide 3 - Quiz

Twee uitspraken:
I: In het westen van China is veel reliëf.
II: In het oosten van China is weinig reliëf.
A
I is juist II is onjuist
B
I is juist II is juist
C
I is onjuist II is juist
D
I is onjuist II is onjuist

Slide 4 - Quiz

Twee uitspraken:
I: De meeste Han-Chinezen wonen in het westen.
II: De meeste Chinezen wonen in het oosten.
A
I is juist II is onjuist
B
I is juist II is juist
C
I is onjuist II is juist
D
I is onjuist II is onjuist

Slide 5 - Quiz

Uit welk gebergte komt de Yangtze rivier?

Slide 6 - Open question

Wat is import en export?
A
Producten verkopen aan het buitenland. Producten kopen uit het buitenland.
B
Producten kopen uit het buitenland. Producten verkopen aan het buitenland.
C
Producten verkopen Producten kopen.
D
Producten kopen Producten verkopen.

Slide 7 - Quiz

Waar staat de afkorting SEZ voor?

Slide 8 - Open question

Wat betekent assemblage?
A
Het bouwen van een product.
B
Het in elkaar zetten van een product.
C
Grondstoffen delven.
D
Producten verkopen.

Slide 9 - Quiz

In welke stad mondt de Yangtze rivier uit?

Slide 10 - Open question

Wat is een afzetmarkt?
A
Een gebied waar je producten koopt
B
Een gebied waar je producten verkoopt.
C
Een markt met lage prijzen.
D
Een markt met schaalvoordelen.

Slide 11 - Quiz

China is een lage lonen land. Waar in China zijn de lonen het laagst?
A
In het noorden
B
In het oosten.
C
In het zuiden.
D
In het binnenland.

Slide 12 - Quiz

Het urbanisatietempo in China ligt hoger dan in Nederland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De urbanisatiegraad in China is hoger dan in Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Waar is de woningdichtheid het hoogst?
A
Vrijstaande huizen
B
Rijtjeswoningen
C
Twee onder één kap
D
Woontorens

Slide 15 - Quiz

Waar is de woningdichtheid het grootst?
A
Stadsdorpen
B
Boerendorpen

Slide 16 - Quiz

Mechanisatie hoort bij..
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief
C
Arbeidsextensief
D
Kapitaalextensief

Slide 17 - Quiz

China kent .. etnische minderheden

Slide 18 - Open question

Tibet is een ... regio.
A
Soevereine
B
Autonome
C
Machtige
D
Rijke

Slide 19 - Quiz

Tibet wordt meer betrokken bij China door...
A
Meer macht in Tibet
B
Meer eigen onderwijs
C
Aanleg van infrastructuur
D
De Dalai Lama

Slide 20 - Quiz

In welke gebied wonen de minste mensen?
A
De Himalaya
B
De Gobiwoestijn
C
De parelrivier delta
D
De Yangtzedelta

Slide 21 - Quiz

MNO's zijn vooral gericht op..
A
Import
B
Export
C
Belastingvoordelen
D
Interne afzetmarkt

Slide 22 - Quiz

Waar staat de afkorting MNO voor?

Slide 23 - Open question

Welke rijtje heeft geen MNO?
A
Hema, Starbucks, Philips
B
Albert Heijn, Akzo Nobel, Subway
C
Starbucks, Philips, Blokker
D
Philips, Unilever, Shell

Slide 24 - Quiz

Wat voor MNO's gaan vooral naar lagelonenlanden?
A
Arbeidsextensieve bedrijven
B
Arbeidsintensieve bedrijven
C
Kapitaalintensieve bedrijven
D
Kapitaalextensieve bedrijven

Slide 25 - Quiz