4.1 Produceren (2mK)

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Productie

Leerdoel

Je weet wat produceren is en productiekosten zijn.

Je weet hoe bedrijven in de bedrijfskolom zorgen voor toegevoegde waarde.

Je kunt de kostprijs per product berekenen.

Je weet welke productiesectoren er zijn.

H4: Goed gemaakt?

4.1 Hoe maak je dat?

... Stel je wilt een houten tuinstoel maken en verkopen
... Wat zijn de stappen?

1. Houthakker
   
2. Zagerij
3. Meubelmaker
4. Groothandel
5. Woonwinkel

• -> Consument

1. Houthakker
2. Zagerij
3. Meubelmaker
4. Groothandel
5. Woonwinkel

• productiefase
  
• productiefase
  
• productiefase
  
• productiefase
  
• productiefase
  

• Productieketen
  

• Bedrijfskolom
  

Bedrijfskolom:

Alle bedrijven die meewerken aan een product

Opgave 3

blz. 98

Opgave 5

blz. 99

Productie:

• het maken van goederen en het leveren van diensten.

• bijvoorbeeld: houthakken, de stoel maken of het leuk neerzetten en verkopen van de stoel

1. Houthakker
2. Zagerij
3. Meubelmaker
4. Groothandel
5. Woonwinkel

-> Consument

• € 5
  
• € 15
• € 40
• € 50

• Toegevoegde waarde
  
• -> hoeveel een product telkens meer waard wordt doordat een bedrijf het product bewerkt

• € 110
  

Opgave 6

blz. 99

1. Houthakker
2. Zagerij
3. Meubelmaker
4. Groothandel
5. Woonwinkel

-> Consument

• Productiesectoren
  
• -> groepen waarin je de bedrijven kunt verdelen

• a) Agrarische bedrijven
  
• b) Industriële bedrijven
• c) Dienstverlenende bedrijven
• -> Welk bedrijf hoort waarbij?

Opgave 16

blz. 101

Opgave 17

blz. 101

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?

1. Agrarische bedrijven
2. Industriële bedrijven
3. Dienstverlenende bedrijven

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?

1. Agrarische bedrijven
2. Industriële bedrijven
3. Dienstverlenende bedrijven

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?

1. Agrarische bedrijven
2. Industriële bedrijven
3. Dienstverlenende bedrijven

We gaan een video bekijken over het maken van een spijkerbroek!!

• noteer de bedrijven die de bedrijfskolom vormen voor het maken van een spijkerbroek
• noteer de toegevoegde waarde van elke productiefase
• noteer uiteindelijk de gemiddelde prijs van een spijkerbroek

De rekenkamer

Produceren is het maken van goederen en het verlenen van diensten.

1. Juist
2. Niet Juist

Willem brengt de postpakketten rond.
Dit is het:

1. Produceren van goederen.
2. Leveren van diensten.

Wat is een bedrijfskolom?

De bedrijfskolom bestaat uit alle bedrijven die na elkaar meewerken aan een product.

Van welk product is dit de bedrijfskolom?

Van welk product zag je de bedrijfskolom?

1. Brood
2. Broek
3. T-shirt
4. Melk

Wat is een bedrijfskolom?

1. Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
2. Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product
3. Alle bewerkingen die een product ondergaat
4. Alle winkels die een bepaald product verkopen

Het productieproces van een spijkerbroek

Het product wordt steeds meer waard en krijgt uiteindelijk een winkelprijs van €60,-

Je wilt een lekker smoothie maken. Wat heb je allemaal nodig??

Ingrediënten:

Fruit
Mes
Vergiet
Water
Yoghurt
Rietje
Snijplank
Glas
Blender

Arbeid etc...

Productiekosten
Alle kosten die je maakt bij het produceren.

Kostprijs per product

Alle productiekosten : aantal producten

Produceren smoothies:

Productiekosten
Alle kosten die je maakt bij het produceren.
Kostprijs per product
Alle productiekosten : aantal producten

• De productiekosten voor het maken van 12 smoothies bedragen € 19,20.
  
• Wat is de kostprijs per smoothie?
  

De productiekosten voor het maken 

van 12 smoothies bedragen € 19,20.

Wat is de kostprijs per smoothie?

Wanneer de productiekosten dalen, kan de prijs van de producten....

1. Stijgen
2. Dalen
3. Gelijk blijven
4. niet worden aangepast

Leerdoel

Je weet wat produceren is en productiekosten zijn.

Je weet hoe bedrijven in de bedrijfskolom zorgen voor toegevoegde waarde.

Je kunt de kostprijs per product berekenen.

Je weet welke productiesectoren er zijn.

H4: Goed gemaakt?

4.1 Hoe maak je dat?

Huiswerk

1 t/m 21 (blz. 138 t/m 143)

De les is klaar