Les klas 1 - Lupin

Épisode 1. de Lupin 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Épisode 1. de Lupin 

Slide 1 - Slide

1. Van welke koningin was de ketting die wordt geveild?


Slide 2 - Open question

2. Hoe heet het boek dat Assane cadeau geeft aan zijn zoon Raoul?


Slide 3 - Open question

4. Welke twee producten gaan niet door de veiligheidsscan van het Louvre?


Slide 4 - Open question

5. Welk bedrag wordt er uiteindelijk geboden voor de ketting?

Slide 5 - Open question

6. Waarom lukt het niet om de bewakers te verblinden met een chemisch middel?

Slide 6 - Open question

7. Wat vindt de commissaris als hij Assane fouilleert?

Slide 7 - Open question

8. Met welke smoes krijgt Assane de baan als schoonmaker in het Louvre?


Slide 8 - Open question

9. Hoe zorgt Assane ervoor dat de wisseltruc met de ketting werkt?


Slide 9 - Open question

10. Wat zit er in de vuilniszak die Assane aan het einde van de aflevering weggooit?

Slide 10 - Open question

Werkwoorden op -er

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Werkwoorden op -er

Slide 13 - Slide

Uitleg werkwoorden -er

Slide 14 - Slide

La négation

Slide 15 - Slide

NIET/GEEN = NE .... PAS
Bijvoorbeeld: je ne parle pas français = ik spreek geen Frans.

'ne' komt vòòr het werkwoord.
'pas' komt achter het werkwoord. 

Je cherche mes parents.
Je ne cherche pas mes parents.

Slide 16 - Slide

Welke 2 franse woordjes gebruik je om de ontkenning te maken? Met welke woorden vertaal je: niet/geen?

Slide 17 - Open question

Op welke plaats in de zin komen de woordjes 'ne' en 'pas'?
A
voor en na het onderwerp
B
voor en na het lijdend voorwerp
C
voor en na de persoonsvorm

Slide 18 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Je suis en cinquième.
met: ne ..... pas

Slide 19 - Open question

Wat is het werkwoord in deze zin?
Tu aimes les maths?
A
Tu
B
les maths
C
aimes

Slide 20 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Tu aimes les maths?
met: ne ..... pas

Slide 21 - Open question

Wat is het werkwoord in deze zin?
Nous habitons près de l'école.
A
nous
B
habitons
C
près de l'école

Slide 22 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Nous habitons près de l'école.
met: ne ..... pas

Slide 23 - Open question

Wat is het werkwoord in deze zin?
C'est pour jeudi.
A
c'
B
est
C
pour
D
jeudi

Slide 24 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
C'est pour jeudi.
met: ne ..... pas

Slide 25 - Open question

Wat is het werkwoord in deze zin?
J'ai une règle.
A
j'
B
ai
C
une règle

Slide 26 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
J'ai une règle.
met: ne ..... pas
Let op: vervang 'une' door 'de'!

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide