5.3 Spelling

5.3 Spelling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

5.3 Spelling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen!
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken!

Geen huiswerk

Slide 3 - Slide

Terugblik

Ik weet het onderwerp een zinsdeel is en wat het aangeeft in een zin.

Ik weet ook hoe ik het onderwerp in een zin kan vinden.

Slide 4 - Slide

Lesdoel

Ik weet hoe ik zelfstandig naamwoorden die in het meervoud eindigen op -s en -’s moet schrijven.

Slide 5 - Slide

- ‘s
Zelfstandig naamwoorden met -a, -i, -o, -u en -y als laatste letter.

Je hoort een lange klank. Dus je schrijft niet paraplus, maar paraplu ‘s

agenda - agenda’s
taxi - taxi ‘s
auto - auto’s
paraplu - paraplu ‘s
hobby - hobby ‘s


Slide 6 - Slide

-s
Zelfstandig naamwoorden met als laatste letter(s) -e, -é, ee of ie krijgen een vaste s.

etalage - etalages
café - cafés
studie - studies
chimpansee - chimpansees



Slide 7 - Slide

-s
Sommige zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud een vaste s.


visser - vissers, 
lepel - lepels, 
gel - gels

Slide 8 - Slide

Aan de slag

Huiswerk:
5.2 Spelling 
Opdracht 1 t/m 9
Vergeet niet de theoriestukken te lezen!

Slide 9 - Slide

Wat heb je geleerd?


Ik weet hoe ik zelfstandignaamwoorden die in het meervoud eindigen op -s en -’s moet schrijven.

Slide 10 - Slide