5.1 deel 1: Handel en de opkomst van steden

5.1 Handel en de opkomst van steden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

5.1 Handel en de opkomst van steden

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Uitleg
  • zelfstandig aan het werk: middeleeuwse krant of werken aan paragraaf 5.1 

Slide 2 - Slide

Je ziet het Pandhof naast de Domkerk. Wat was dit in de Middeleeuwen?
A
Binnenplaats kasteel
B
Marktplaats
C
Kloostertuin
D
Een paleis

Slide 3 - Quiz

Je ziet een beeld aan het Sint Janskerkhof. Wie moet dit voorstellen?
A
Bonifatius
B
Sint Maarten
C
Sint Jan
D
Willibrord

Slide 4 - Quiz

Je ziet de Dom uit 1321. Hoe hoog is de toren?
A
110 meter
B
111 meter
C
112 meter
D
113 meter

Slide 5 - Quiz

Je ziet de werven aan de Nieuwe Gracht. Wat waar was dit voor in de middeleeuwen?
A
Opslag van handelsgoederen
B
Woningen voor armere Utrechters
C
Een dijk voor wanneer het water hoog stond
D
Gezellige herbergen

Slide 6 - Quiz

Wat zie je op de kaart?
A
De middeleeuwse stadsmuur
B
De singel
C
De grens van de stad in de middeleeuwen

Slide 7 - Quiz

Je ziet de beschermheilige van Utrecht. Wie moet dit voorstellen?
A
Willibrord
B
Sint Maarten
C
Sint Jan
D
Sint Christoffel

Slide 8 - Quiz

In welk jaar kreeg Utrecht stadsrechten?
A
1022
B
1023
C
1122
D
1123

Slide 9 - Quiz

De late middeleeuwen
Periode van 1000 tot 1500 n.C.

Vervolg op hoofdstuk 4: vroege middeleeuwen

Slide 10 - Slide

Je kunt de oorzaken noemen van de opkomst van steden.

Slide 11 - Slide

Hoe zijn steden ontstaan?

Slide 12 - Slide

Stadspoort
Geldeconomie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Stadsrechten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

In de middeleeuwen ontstaan steden op?
A
Drukke handelskruispunten
B
Steden waren er toen al lang
C
Alleen bij rivieren
D
geen antwoord is goed

Slide 18 - Quiz

Hoe ontstaan steden?
Zet de zinnen in de juiste volgorde.
Er ontstaan steden.
De landbouw wordt verbeterd.
Er blijft voedsel over
Handelaren gaan wonen bij de markt.
Deze worden verkocht op de markt

Slide 19 - Drag question

In een geldeconomie...
A
betalen mensen hun herendienst in graan en eieren
B
brengen boeren een steeds groter deel van hun oogst naar de markt
C
maken mensen hun spullen zoveel mogelijk zelf
D
ruilen boeren een deel van hun oogst voor geld

Slide 20 - Quiz

Wat zijn stadsrechten?
A
iedereen moest de graaf gehoorzamen
B
de graaf was de baas
C
de burgers mochten zelf hun stad besturen
D
de bewoners van de stad

Slide 21 - Quiz