Een werkstuk maken

Een werkstuk maken  2TL
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Een werkstuk maken  2TL

Slide 1 - Slide

De opdracht
- Je maakt in een groepje van 2 of 3 personen een werkstuk.
- Het onderwerp is vrij.
- Je formuleert een hoofdvraag en twee deelvragen.
- Je houdt een bronnenlijst bij.
- Je werkstuk is geschreven in je eigen woorden.
- Je werkstuk is op de juiste manier ingedeeld.
- Het werkstuk is op tijd ingeleverd.

Slide 2 - Slide

Het onderwerp
- Kies een onderwerp dat jullie interessant vinden.
- Kies een onderwerp dat niet te groot is.
- Kies een onderwerp waar je informatie over kunt vinden.

Slide 3 - Slide

De economische crisis van 2008.

Waarom is dit geen goed onderwerp?
A
Te groot
B
Te saai
C
Te weinig over te vinden
D
Te moeilijk

Slide 4 - Quiz

De cavia.

Waarom is dit onderwerp ongeschikt?
A
Te groot
B
Te saai
C
Te weinig over te vinden.
D
Te kinderachtig.

Slide 5 - Quiz

Het vliegveld van Lelystad.
Zou dit een goed ondewerp zijn?
Waarom wel/niet

Slide 6 - Open question

De hoofdvraag ...
- is een onderzoeksvraag: je gaat dus echt iets uitzoeken.
- is geen gesloten vraag.
- begint vaak met hoe of waarom.
- is niet te beantwoorden door 5 minuten te googlen.

Slide 7 - Slide

Is het Aviodrome in Lelystad levensvatbaar?
Goede hoofdvraag?

Slide 8 - Open question

Hoe wordt een gitaar gemaakt?
Goede hoofdvraag?

Slide 9 - Open question

Hoe train je het gezondst met de beste resultaten?

Slide 10 - Open question

De deelvragen ...
- helpen het antwoord op de hoofdvraag te vinden.
- behandelen één deelonderwerp
- zijn geen gesloten vragen.

Slide 11 - Slide

Verzin een goede deelvraag bij:
Hoe wordt een gitaar gemaakt?

Slide 12 - Open question

Verzin een goede deelvraag bij:
Waarom helpt de 1,5 meter regel bij de bestrijding van corona?

Slide 13 - Open question

De groepjes

Slide 14 - Open question

Welk onderwerp?

Slide 15 - Open question

Hoofdvraag en twee deelvragen.

Slide 16 - Open question

We hebben een onderwerp, hoofd- en deelvragen waar we tevreden over zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Vandaag:
- maak groepjes
- verzin een onderwerp
- formuleer een hoofdvraag
- formuleer twee deelvragen

Laat controleren/goedkeuren: bv. via chat

Slide 18 - Slide

Bronnen gebruiken/info verzamelen
- bronnenlijst
- Wikipedia 
- niveau

NIET de tekst overnemen en moeilijke woorden vervangen door synoniemen!!!!!! 

Slide 19 - Slide

Je eigen tekst maken

Slide 20 - Slide

Wat is tinnitus?
Veel mensen hebben last van oorsuizen. Zij horen geluiden zoals ruisen, piepen of fluiten, hoog of laag, hard of zacht, combinaties van geluiden, onafgebroken of bij vlagen. Maar behalve zijzelf kan niemand deze geluiden horen.

Wat zijn de oorzaken?
De precieze oorzaak van tinnitus is vaak niet te achterhalen.

Tinnitus kan het gevolg zijn van langdurige blootstelling aan (te veel) lawaai, maar ook van afwijkingen aan het gehoororgaan, de hersenen of het kaakgewricht. Daarnaast komt het voor als bijverschijnsel van andere aandoeningen of ontstaat het als bijwerking van bepaalde medicijnen. Ook stress kan een rol spelen.

Uw KNO-arts zal met u bepalen of verder onderzoek naar mogelijk behandelbare oorzaken bij u nodig is.


Tinnitus is een verzamelnaam voor allerlei suis, piep, fluit of bromgeluiden die alleen voor de persoon zelf hoorbaar zijn. Het gaat om ‘schijngeluiden’, die ontstaan als je oren of gehoorzenuw uit zichzelf, zonder aanleiding, signalen doorgeven. In de hersenen krijgen die de betekenis ‘geluid’. De bekende piep in je oren na een avondje stappen is al een eerste teken van schade, ook als de piep de volgende dag (gelukkig) weer is verdwenen. Tinnitus kan allerlei oorzaken hebben, variërend van hoge bloeddruk tot infectieziekten. Het kan ook een bijwerking zijn van medicijnen. Maar lawaai is de bekendste boosdoener.


Slide 21 - Slide

De inleiding
Daar moet in:
* Wie jullie zijn (naam en klas)
* Wat jullie onderwerp is en waarom jullie hiervoor hebben gekozen. 
* Wat jullie hoofdvraag is en waarom.
* Wat zijn jullie deelvragen en waarom denken jullie dat jullie door deze  deelvragen te beantwoorden de hoofdvraag kunnen beantwoorden?
* Wat jullie ervaring is met het maken van werkstukken: wat ging goed of niet zo goed?
* Wat jullie ervaring is met samenwerken: wat ging  goed/niet goed. 

Slide 22 - Slide

Opdracht voor vandaag:
1. Schrijf de inleiding
2. Maak een bronnenlijst

Daarna kun je beginnen met H1: Geef antwoord op deelvraag 1.

Slide 23 - Slide