Deze les gaan we kijken naar de signaalwoorden. We gaan kijken naar de vertalingen en de functies.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Signaalwoorden Klas 4
Deze les gaan we kijken naar de signaalwoorden. We gaan kijken naar de vertalingen en de functies.
Slide 1 - Slide
Wat heb je nodig?
Je hebt nodig:
- Pen en papier om op te schrijven
- Woordenboek NL-D, pak deze achter uit de kast
Slide 2 - Slide
Wat is de functie van de volgende signaalwoorden? auch / nich nur...sondern auch / und / außerdem / schließlich / erstens ... zweitens ... / zuerst.... dann (danach) / oder
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
voorwaarde
Slide 3 - Quiz
Vertaalopdracht
Zojuist ben je erachter gekomen wat de functie van de signaalwoorden in de vorige slide was. Neem nu 10 min de tijd om deze te gaan vertalen. Hieronder staan ze nogmaals.
auch / nich nur...sondern auch / und / außerdem / schließlich / erstens ... zweitens ... / zuerst.... dann (danach) / oder
Slide 4 - Slide
Wat is de vertaling van het signaalwoord "wenn"?
A
indien
B
wanneer
C
mogelijk
D
als
Slide 5 - Quiz
Wat is de functie van het signaalwoord "wenn"?
A
Reden/oorzaak
B
Voorbeeld
C
Voorwaarde
D
Opsomming
Slide 6 - Quiz
Wat kan een ":" aangeven in een tekst?
A
Voorbeeld en reden/oorzaak
B
Opsomming en voorbeeld
C
Tegenstelling en reden/oorzaak
D
Tegenstelling en voorwaarde
Slide 7 - Quiz
Wat is de functie van de volgende signaalwoorden? aber / dagegen / noch / dennoch / einerseits ... andererseits / im Gegensatz zu / jedoch / obwohl / trotzdem / zwar
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Voorwaarden
D
Voorbeeld
Slide 8 - Quiz
Vertaalopdracht
Zojuist ben je erachter gekomen wat de functie van de signaalwoorden in de vorige slide was. Neem nu 10 min de tijd om deze te gaan vertalen. Hieronder staan ze nogmaals.
aber / dagegen / noch / dennoch / einerseits ... andererseits / im Gegensatz zu / jedoch / obwohl / trotzdem / zwar
Slide 9 - Slide
Waar staat de afkorting z.B. voor?
A
zum Beginn
B
zu beschreiben
C
zum Beispiel
D
zum Besten
Slide 10 - Quiz
Wat is de functie van de volgende signaalwoorden? also / dadurch / darum / denn / deshalb / deswegen / sodass / weil
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Voorwaarde
D
Reden/oorzaak
Slide 11 - Quiz
Vertaalopdracht
Zojuist ben je erachter gekomen wat de functie van de signaalwoorden in de vorige slide was. Neem nu 10 min de tijd om deze te gaan vertalen. Hieronder staan ze nogmaals.
also / dadurch / darum / denn / deshalb / deswegen / sodass / weil
Slide 12 - Slide
Opdracht
Dit is de laatste opdracht. Kijk op bladzijde 231 van je boek. Hier staan alle signaalwoorden. Ik wil dat je jouw lijst die je zojuist hebt gemaakt op papier compleet maakt. Benoem de vertalingen en functies.
Slide 13 - Slide
Tip
De lijst die je zojuist hebt gemaakt moet je leren voor je examen. Hoe makkelijker je deze woorden herkent, des te makkelijker kun je bepaalde antwoorden vinden. Geef de lijst een prominente plek in huis. Koelkast, deur van je slaapkamer enz. Als je ze nu alvast gaat leren, heb je daar over een paar maanden veel profijt van!