3H - bron I - ch. 1 - de regelmatige werkwoorden op er/ir/re + wederkerende werkwoorden

Jeudi le 3 novembre 2022 
3Hb, cours 2 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Jeudi le 3 novembre 2022 
3Hb, cours 2 

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui
- corriger ex. 27
- bron I 
- faire des exercices 

Slide 2 - Slide

Corriger ex. 27 

Slide 3 - Slide

Bron I 
- les verbes en - er
- les verbes en - ir
- les verbes en - re 
- les verbes pronominaux

Slide 4 - Slide

Hoe vervoeg je de regelmatige werkwoorden op -er?

Slide 5 - Mind map

Bron I - les verbes en -ir 
Video! 

Slide 6 - Slide

Welke is juist? je (sortir)
A
sortis
B
sors

Slide 7 - Quiz

Let dus goed op!!!!!
De werkwoorden bij bron G zijn ONREGELMATIG. Je moet deze uit je hoofd leren.
De andere werkwoorden (bijv. finir/choisir) zijn regelmatig, die kun je met de regel vervoegen! (-ir + uitgang). 

Slide 8 - Slide

Bron I - les verbes en -re 
De werkwoorden op -re zijn regelmatig. Je kunt dus een regel leren en er meerdere werkwoorden mee vervoegen.
Stap 1: haal -re van het werkwoord af.
Stap 2: kijk naar het onderwerp in de zin.
Stap 3: voeg de juiste uitgang toe. 
je - s | tu - s | il /elle / on - | nous -ons | vous -ez | ils/elles -ent 

Slide 9 - Slide

Bron I - de wederkerende werkwoorden
- Bij een wederkerend werkwoord (zich + werkwoord/se + verbe) gebruik je een voornaamwoord (me, te, se, nous, vous, se). Deze staat voor de persoonsvorm of voor het hele werkwoord. Het werkwoord vervoeg je net zoals de werkwoorden zoals we hierboven behandeld hebben.

Slide 10 - Slide

Bron I - de wederkerende werkwoorden

Slide 11 - Slide

Faire des exercices 
Quoi? Faites les exercices 31bcde + 32bcd
Comment? Travaillez avec ton/ta voisin(e)
Combien de temps? 12 minutes
Aide? La prof
Fini? Apprendre le vocabulaire H 

Slide 12 - Slide