4M Wörterbuch

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Het gebruik van een woordenboek

Kijk mee!

Kijk naar het filmpje en let goed op...

Er volgen zo meteen vragen over de inhoud van het filmpje.

1. Welk van de onderstaande woorden vind ik WEL in het woordenboek?

1. afkortingen
2. verkleinwoord
3. zelfstandig naamwoord - enkelvoud
4. zelfstandig naamwoord - meervoud

2. De dame in het filmpje heeft het over de infinitief van een werkwoord. Wat is een infinitief eigenlijk?

1. vervoeging
2. de stam van een werkwoord
3. de ik-vorm
4. het hele werkwoord

3. Er wordt steeds gesproken over de context. Wat is de context?

1. betekenis
2. samenhang
3. verband
4. achtergrond

4. Welke van de volgende woorden is GEEN signaalwoord?

1. oder
2. doch
3. aber
4. mit

Signaalwoorden

Een signaalwoord is een verbindingswoord.

Wat is de vertaling van de volgende signaalwoorden?

5. trotzdem

1. daarentegen
2. desondanks
3. bovendien
4. desalniettemin

6. also

1. dus
2. want
3. daarom
4. of

7. heute

1. nu
2. vandaag
3. vroeger
4. later

8. zum Beispiel

9. aber

10. weil

Tot zover de signaalwoorden.

Nu verder met de werkwoorden.

Wat is de infinitief van het werkwoord in de zin?

De infinitief is het hele werkwoord.

11. Die Parkzeit ist unbegrenzt.

1. ist
2. sein
3. sind

12. Ein kostenfreies Parkticket gilt 10 Minuten.

1. gilt
2. gilten
3. gelten

13. Das Unternehmen verschenkt die Postkarten also - ...

1. verschenkt
2. verschenken
3. verschinken

14. Den Karten begegnet man in Kinos und Schulen.

15. Er macht die Menschen neugierig.

Dat was de infinitief.

Dan gaan we verder met de zelfstandige naamwoorden.

Zoek de vertaling van de volgende woorden op in het woordenboek.

16. Ausland
Schrijf betekenis nummer 1 op.

Meerdere betekenissen

Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2 enz.

Kies de vertaling die het beste in de context past.

17. Verwaltung
Schrijf betekenis nummer 1 op.

18. Parkschein
Welk lidwoord staat ervoor?

19. Absatz
Wat is de betekenis van dit woord als het gaat over het thema leesvaardigheid?

20. bestätigt
Schrijf de betekenis op van de infinitief (alleen eerste woord).

21. Berufswechsel

Samengesteld zelfstandig naamwoord

Dit is een zelfstandig naamwoord dat eigenlijk uit twee woorden bestaat: Beruf + Wechsel.

Deze woorden staan niet als één woord in het woordenboek, maar apart van elkaar. 

Uit welke twee woorden bestaan de volgende samengestelde zelfstandig naamwoorden?

22. Polizeipraktikum

23. Kindheitstraum

Welche Wörter suche ich im Wörterbuch nach?

1. zelfstandig naamwoord - enkelvoud 
2. werkwoord - hele werkwoord
3. overige woorden -  signaalwoorden (reden, tegenstelling, opsomming etc.)

Leer de belangrijkste woorden

oranje boekje uit je hoofd

der Kontext

- je kunt de zin waarin het onbekende woord staat gebruiken om de betekenis te raden

- je maakt dan gebruik van de context

z. B.

Zwei Jungen aus Berlin konnten ihr Haus nicht mehr finden, sie hatten sich verirrt.

Ihr bekommt 20% Rabatt, die Hose kostet jetzt 60 euro anstatt 75

Voriges Jahr war die Mückenpopulation sehr hoch, jetzt ist sie aber niedrig

Samengestelde woorden

Staan niet (altijd) in woordenboeken:

• kijk uit welke delen ze bestaan
• hak het woord op de juiste plek in stukjes
• zoek eventueel de vertaling op van de stukjes 
• Let er op dat je het woord in het enkelvoud opzoekt

Wat betekent Sommerende volgens jou?