This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Celcyclus, mitose en meiose
H4
Thema 2
Voortplanting
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Waar staan de fasen van de celcyclus in de juiste volgorde?
A
G2 > G2 > S > M
B
M > G2 > S > G1
C
G1 > S > G2 > M
D
G1 > M > G2 > S
Slide 3 - Quiz
Tijdens welke fase van de celcyclus vindt het proces uit de afbeelding plaats?
A
G1
B
S
C
G2
D
M
Slide 4 - Quiz
Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar? Hoeveel chromatiden zie je?
A
1 chromosoom, 1 chromatide
B
1 chromosoom, 2 chromosomen
C
2 chromosomen, 1 chromatide
D
2 chromosomen, 2 chromatiden
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Zie afbeelding links De paarse en groene chromosomen zijn 100% identiek
A
Ja
B
Nee
C
G2
D
M
Slide 7 - Quiz
Zie afbeelding rechts hoeveel chromatiden zijn er rechts (dus na replicatie) afgebeeld?
A
2
B
4
C
8
Slide 8 - Quiz
Zie afbeelding rechts De twee paarse chromatiden zijn 100% identiek
A
juist
B
niet juist
Slide 9 - Quiz
Welke processen vinden plaats gedurende de M fase?
A
DNA replicatie, kerndeling, celdeling
B
DNA replicatie, celdeling, plasmagroei
C
kerndeling, celdeling
D
celdeling, plasmagroei
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Video
02:30
Geef twee redenen waarom chromosomen tijdens de profase zichtbaar worden.
Slide 12 - Open question
02:30
Uit hoeveel chromatiden bestaat een chromosoom tijdens/na de profase?
A
1
B
2
C
4
D
8
Slide 13 - Quiz
03:54
Hoeveel trekdraden zijn er per chromosoom aan het centromeer bevestigd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quiz
03:54
Leg uit waardoor de dochtercellen allebei dezelfde chromosomen hebben als de moedercel
Slide 15 - Open question
03:54
Uit hoeveel chromatiden is een crhomosoom tijdens de metafase opgebouwd?
A
1
B
2
C
4
D
8
Slide 16 - Quiz
03:54
Uit welke stof zijn de trekdraden uit het spoelfiguur opgebouwd?
A
DNA
B
RNA
C
koolhydraat
D
eiwit
Slide 17 - Quiz
02:30
Zijn chromosomen tijdens de interfase zichtbaar met een lichtmicroscoop?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde
PRO
FASE
TELO
FASE
ANA
FASE
META
FASE
Slide 19 - Drag question
Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
7
8
Slide 20 - Drag question
Slide 21 - Video
01:19
Wat betekent de volgende codering?
2n = 46
A
de cel heeft totaal 2 chromosomen en van elk exemplaar zijn er 46 aanwezig.
B
de cel heeft 46 identieke chromosomen.
C
de cel heeft 23 paar chromosomen want de cel is diploïd.
D
46 cellen hebben elk 2 chromosomen.
Slide 22 - Quiz
01:20
Wat is het doel van de mitose?
Als de moedercel is: 2n = 46, dan zijn de dochtercellen ...
A
n = 23
B
n = 46
C
2n = 46
D
2n = 92
Slide 23 - Quiz
03:53
Leg uit waarom de meiose ook wel reductiedeling wordt genoemd.
Slide 24 - Open question
03:53
Gebruik BINAS 76B1 en 76B2. Vergelijk de metafase van de mitose met de metafase van de meiose I (dus metafase I). Noteer een overeenkomst en een verschil.
Slide 25 - Open question
04:05
Wat wordt er gesplitst tijdens de anafase van de mitose? Wat wordt er gesplitst tijdens de anafase I van de meiose?
A
mitose: chromatiden; meiose: chromatiden
B
mitose: chromatiden; meiose: homologe paren
C
mitose: homologe paren; meiose: chromatiden
D
mitose: homologe paren; meiose: homologe paren
Slide 26 - Quiz
04:50
Gebruik BINAS 76B2 en 76B3. Vergelijk de metafase I met de metafase II.
Noteer een overeenkomst en een verschil.
Slide 27 - Open question
03:53
De mitose is .... deling De meiose zijn .... delingen
A
mitose = 1, meiose = 1
B
mitose =1, meiose = 2
C
mitose = 2, meiose = 1
D
mitose = 2, meiose = 2
Slide 28 - Quiz
Opdracht: meiose tekenen
Lees de opdracht door
Voer de opdracht uit zoals uitgelegd in de opdracht
Je hebt 3 verschillende kleuren nodig
Werk in tweetallen
Beantwoord de theorievragen op de achterkant van het uitwerkblad.