Als je een verhaal leest, bekijk je dat vanuit iemands ogen. Er zijn verschillende perspectieven:
1. Ik-perspectief: de gebeurtenissen worden verteld vanuit een ik-persoon. Je zit als het ware in 'zijn hoofd'.
2. Hij-/zij-perspectief: de gebeurtenissen worden in de hij- of zij-vorm verteld. Je beleeft de gebeurtenissen door de ogen van de hij- of zij-figuur doordat je van hem of haar de ‘wereld’ leert kennen. Deze persoon is er altijd bij, in elke scene van het verhaal.
3. Wisselend perspectief: Verschillende personen wisselen elkaar dan af als hoofdpersoon, vaak per hoofdstuk.