This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
voor de vakantie
Ham-vraag toets, cijfers volgende week.
boek moest je lezen met je groepje
heeft iedereen het boek uit?
Uitleg leeskring
Uitleg begrippen
Slide 1 - Slide
Vragen naar aanleiding van het gelezen boek
Wat was je eerste reactie na het lezen van het boek?
Waar doet dit verhaal je aan denken?
Wat vond je positief aan het boek? Uitleggen.
Wat vond je negatief aan het boek? Uitleggen.
Slide 2 - Slide
Personages
Wie is het round-character (hoofdpersoon)?
Leg uit hoe je dat weet. Denk bij de beschrijving aan de gedachten en gevoelens, omgang met andere personages en de ontwikkeling die het personage in de loop van het verhaal doormaakt.
Wie zijn de flat-characters (bijpersonen)?
Slide 3 - Slide
Thema
Wat is het thema van het verhaal? Thema
Het thema (grondmotief ) is de kortste aanduiding van het centrale probleem, waar het verhaal over gaat.
Welk gedeelte/fragment uit het boek spreekt je aan. Waarom spreekt dit fragment je aan?
Als je een beschrijving leest, krijg je een beeld. Kies een fragment waar je een duidelijk beeld bij krijgt.
Welk fragment sluit het best aan bij het thema van het verhaal? Uitleggen.
Slide 4 - Slide
Perspectief en tijd
Wat is het vertelperspectief?
Hoeveel tijd verloopt er?
In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Is het verhaal chronologisch of niet-chronologisch verteld? Leg uit waarom je dat vindt.
Slide 5 - Slide
Perspectief
ik personage
meervoudige personages
alwetende verteller
Slide 6 - Slide
tijd
Vertel-tijd: de tijd die het duurt om te lezen / aantal pag
Vertelde tijd: over welke periode wordt het verhaal verteld
In welke tijd speelt het verhaal zichh af? Misschien staan er jaartallen, of dingen die worden beschreven in het boek
Loop het verhaal chronlogisch? Van begin tot eind? Flashbacks?
Slide 7 - Slide
Ruimte
Is de ruimte belangrijk voor het verhaal? Uitleggen.
Waar komen er open plekken voor in het verhaal? Beschrijf ze.
Worden die open plekken later in het verhaal ingevuld? Licht je antwoord toe.
Slide 8 - Slide
Verschillende ruimtes
Functionele ruimte (waar speelt het zich af),
Decoratieve ruimte (beschrijvende),
Begeleidende ruimte(ondersteund het gevoel),
Contrasterende ruimte (tegenstellingen)
Slide 9 - Slide
Einde
Heb je te maken met een open of gesloten einde? Licht je antwoord toe
Slide 10 - Slide
De leeskring
De Leeskring duurt ongeveer vijftien a 20 minuten.
In de eerste minuten geven jullie de klas een korte samenvatting van het verhaal en geven jullie wat extra informatie over het boek (auteur, genre).
Slide 11 - Slide
Vervolgens gaan jullie discussiëren over het boek. Ieder groepslid noemt tijdens de Leeskring een vraag of stelling waarover gediscussieerd gaat worden. Vervolgens begint de discussie.
Let op: het is een discussie en geen interview!
Zorg dat je tijdens de discussie goed kan uitleggen waarom je iets vindt. Geef ook voorbeelden uit het boek ( je mag het boek er tijdens de Leeskring bijhouden).
Slide 12 - Slide
Zorg dat iedereen actief meedoet aan de Leeskring.
Je weet van te voren al waarover je gaat discussiëren, dus je kunt het goed voorbereiden.
Je hoeft het niet eens met elkaar te worden (al mag dat natuurlijk wel).
Slide 13 - Slide
In de laatste drie minuten van de Leeskring geeft ieder groepslid ten slotte kort zijn persoonlijke mening over het boek.
Je vertelt ook wat je van de Leeskring hebt geleerd en of het voorbereiden/uitvoeren van de Leeskring je mening over het boek heeft veranderd.
Begrijp je het boek nu beter? Licht je antwoorden toe.
Slide 14 - Slide
Ga nu zelf aan de slag met je groepje.
Iedereen levert vooraf zijn eigen antwoorden in via teams opdrachten.
Welke 3 of 4 groepjes willen eerst? Per groepje ga je de leeskring doen, rest observeert en beoordeelt.
De andere groepjes zijn op dat moment vrij om te werken aan hun leeskring.
Iedereen krijgt individueel cijfer, voor bijdrage aan het gesprek