This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
hoe de Alpen zijn gevormd
wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan
wat het verschil is tussen verwering en erosie
Slide 3 - Slide
Welke vier reliëfvormen zijn er? (1 per antwoord)
Slide 4 - Mind map
Vier reliëfvormen
Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
Laagland
Tussen 500-1500 m
Hoger dan 1500m
Tussen de 200-500 m
Onder de 200 m
Slide 5 - Drag question
Drie plaatbewegingen
Convergent
Transform
Divergent
Naar elkaar toe
Langs elkaar
Uit elkaar
Slide 6 - Drag question
Wat zijn endogene en exogene krachten?
Slide 7 - Mind map
B97 Endogene en exogene krachten
De aardkorst verandert van twee kanten:
Van binnenuit door endogene krachten: Aarde bestaat uit: aardkern, aardmantel en aardkorst. Hoe dieper, hoe warmer -> door hitte ontstaan convectiestromen die breuken veroorzaken in de aardkorst
Van buitenaf doorexogene krachten: verwering en erosie (temperatuur, wind, water, etc.)
Slide 8 - Slide
Het ontstaan van de Alpen
De Alpen zijn het hoogste gebergte van Europa. Vroeger: tropische zee -> daarom: dikke lagen sedimentgesteenten (zand, planten- en dierenresten, stenen)
Door endogene krachtenzijn breuken in de aardkorstontstaan
Slide 9 - Slide
Het ontstaan van de Alpen
Deaardkorst bestaat uit bewegende schollen / platen.
3 soorten bewegingen: 1. uit elkaar 2. naar elkaar 3. langs elkaar
-> naar elkaar: er ontstaan gebergten
Slide 10 - Slide
Het ontstaan van de Alpen
80 miljoen jaar geleden: de plaat waarop Afrika ligt beweegt naar het noorden.
De zeebodem tussen Europa en Afrika boog, plooide en brak.
30 miljoen jaar geleden: de Alpen worden tegen Europa aan geduwd.
Deel Europa gerimpeld als een tafellaken: opheffing. Ontstaan plooiingsgebergte
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Het ontstaan van de Alpen
Kalksteen (dode diertjes) -> hoge druk en temperatuur -> miljoenen jaren -> marmer
Voorbeeld van een metamorfgesteente: gesteente dat een gedaanteverwisseling ondergaat.
Slide 13 - Slide
B110 Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap = reliëf
Er zijn vier verschillende reliëfvormen:
Hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger dan 1.500 m.
Middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog.
Heuvelland: de meeste toppen zijn tussen de 200 en 500 m.
Laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter.
Slide 14 - Slide
Aan de slag:
Wat?
§2.1 Opdrachten: 1 t/m 4
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Herhaling / samenvatting maken
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
Slide 15 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
hoe de Alpen zijn gevormd
wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan
wat het verschil is tussen verwering en erosie
Slide 16 - Slide
Soorten gebergten
De Alpen zijn een jong gebergte.
Jonge gebergten
Oude gebergten
Hoog
Lager
Steile hellingen
Flauwe hellingen
Spitse bergtoppen
Afgeronde toppen
Diepe dalen
Minder diepe / bredere dalen
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Verwering
Verschillen in jong en oude gebergten door: exogene krachten. Verwering = uiteenvallen van gesteente onder invloed van
weer en plantengroei.
2 soorten:
1. Mechanische verwering 2. Chemische verwering
Slide 19 - Slide
Mechanische verwering
Mechanische verwering (fysische verwering) = het gesteente valt uiteen zonder van samenstelling te veranderen.
Vorstverwering / vorstwerking:
1 water dat in spleten van gesteente is gezakt, bevriest. 2 door de bevriezing zet het water een beetje uit. 3 de spleten worden steeds breder. 4 er brokkelen stukjes steen af (= verwering)
Verwering door grote verschillen in dag- en nachttemperaturen -> in woestijnen en hooggebergten.
Verwering door uiteendrukken van gesteenten door plantenwortels
Slide 20 - Slide
Chemische verwering
Chemische verwering = als de chemische samenstelling wél verandert. De mineralen reageren met zuurstof of water.
VB: kalkgesteente lost op in zuur grond- of regenwater -> Karst = landschapsvormen die hierdoor ontstaan.
VB: Een mineraal (ijzer) gaat roesten. Het gesteente wordt minder hard wordt en kan verkruimelen.
Slide 21 - Slide
Verwering
Verweringsmateriaal = het ontstane puin na verwering. Het verweringsmateriaal blijkt ter plekke liggen bij verwering.
Onder invloed van de zwaartekracht kan dit verweringsmateriaal naar beneden rollen of schuiven = massabeweging
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Erosie
Verweringsmateriaal kan zich later verplaatsen door:
eerst de zwaartekracht
daarna water, wind en ijs (gletsjers, landijs, sneeuw)
Tijdens dit transport vindt erosieplaats. Erosie = afschuren en uitschuren van gesteente door met verweringsmateriaal beladen water, ijs of wind. Hoe ouder een gebergte, hoe meer verwering en erosie. -> gevolgen: vlakker, lager, minder steil, bredere dalen.
Tot slot: sedimentatie: het meegevoerde materiaal wordt ergens neergelegd. Het landschap wordt weer opgebouwd.
Slide 24 - Slide
De Alpen zijn ontstaan door
A
Exogene krachten
B
Endogene krachten
Slide 25 - Quiz
Welke twee soorten verwering bestaan er?
Slide 26 - Open question
Vorstverwering is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
Slide 27 - Quiz
Karst ontstaat door het oplossen van ..... in .....
Slide 28 - Open question
De afbeelding is een voorbeeld van
A
Erosie
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Sedimentatie
Slide 29 - Quiz
De afbeelding is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Erosie
Slide 30 - Quiz
De afbeelding is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Erosie
Slide 31 - Quiz
De afbeelding is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Erosie
Slide 32 - Quiz
Aan de slag:
Wat?
§2.1 Opdrachten: 5 t/m 8
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?
- Theorie ( = bovenin links)
- Atlas
- Docent
Klaar?
Herhaling / samenvatting maken
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
Slide 33 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
hoe de Alpen zijn gevormd
wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan