This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 6
film
Thema 6
Slide 1 - Slide
te
meer dan goed is
zin: De jas is te groot.
(bij een werkwoord)
zin: Ik hoef morgen niet te werken.
37
Slide 2 - Slide
de tekst
een tekst kun je lezen
in een tekst staan veel zinnen.
zin: Ken jij de tekst van het liedje?
zin: We lezen de tekst en maken de vragen.
38
Slide 3 - Slide
tot
1) niet langer dan
zin: Ik wacht nog op haar tot drie uur, maar dan ga ik weg.
2) niet verder dan
zin: Ik loop met je mee tot het stoplicht, dan ga ik terug naar huis.
39
Slide 4 - Slide
trouwen (ww)
als twee mensen trouwen, zeggen ze officieel dat ze bij elkaar blijven
werkwoord: ik trouw - wij trouwen
zin: Morgen trouwt mijn broer.
40
Slide 5 - Slide
vanaf
het begint bij
zin: Vanaf het station moet je nog 10 minuten lopen.
van boven naar beneden
zin: Vanaf het dak van de flat kun je de hele stad zien.
41
Slide 6 - Slide
vanavond
Op de avond van deze dag.
zin: Zullen we vanavond naar de bioscoop gaan?
zin:Vanavond komt er een spannende film op televisie.
42
Slide 7 - Slide
Welke woord? Hij komt steeds ........ laat.
37
Slide 8 - Open question
37
A
De stoel is te klein.
B
De baby is te klein.
C
De stoel is te groot.
D
De baby is lief.
Slide 9 - Quiz
Waar zie je "de tekst"?
38
A
B
De leerlingen zitten op school.
C
D
Slide 10 - Quiz
Waar lees je lange teksten?
38
A
bij meneer Antoon
B
Begrijpend lezen
C
in een boek
D
in de supermarkt
Slide 11 - Quiz
Vul het goede woord in. ........... morgen!
39
Slide 12 - Open question
1) Ik heb .......... twee uur school. 2) Huiswerk: opdracht 2 ........ en met opdracht 5. 3) Het regent .............. hard. 4) Gisteren hadden we .........................