This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lessen over dialoog
Drie lessen
Dialoog: techniek om meer te weten te komen
Waarom dialoog?
Afsluiten met korte video
Noortje Bot, onderzoeker
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Vandaag
Wat maakt een goed gesprek?
Het verschil tussen dialoog en discussie
Het verschil tussen open en gesloten vragen
Hoe stel je open vragen?
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat maakt een 'goed' gesprek?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
We kijken naar twee gesprekken in de media
Wat zijn zichtbare verschillen tussen deze gesprekken?
Slide 4 - Slide
Twee voorbeelden van gesprekken in de media
Gert-Jan Segers en Tim Hofman in gesprek over uitzonderingen kerkdiensten coronacrisis: https://www.ad.nl/video/kanalen/radio-en-tv~c526/series/tv-fragmenten~s1312/discussie-tim-hofman-en-gert-jan-segers-over-vrijheid-kerken~p175321
Gesprek over ongelijkheid inkomen van Ronaldo (80 miljoen p.j.) en het inkomen van een schoolleraar (40.000 p.j.), en of dit eerlijk is: [Fragment 5:10 tot 9:07]
Dialoog is gericht op meer te weten komen over: ‘Wat zit er achter een mening/standpunt?’ ‘Waarom vind jij wat je vindt?’ / Waarom vind ik wat ik vind?’
Daarvoor is het stellen van open vragen belangrijk.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Even oefenen!
A = vragensteller
B= verteller (kiest het onderwerp)
C = scheidsrechter
Slide 8 - Slide
In 3-tallen oefenen: A=verteller, B=vragensteller, C=scheidsrechter
A vertelt over een recent besproken onderwerp uit eerdere lessen (of over iets wat je heel belangrijk vindt of waar je veel van weet).
B mag alleen open vragen stellen en probeert het de ander ‘moeilijk’ te maken, probeer maar eens flink door te vragen. Misschien wel tot A geen antwoorden meer heeft.
C is scheidrechter en houdt in de gaten of B alleen open vragen stelt.
*bij een even aantal studenten kan er gewerkt worden met groepjes van 4, waarbij 2 studenten vrager (B) zijn.
Korte terugblik
Slide 9 - Slide
Hoe was dit om te doen?
- eventueel: Wanneer kan je gebruik maken van open vragen? / Wat levert het stellen van open vragen je op?