Checkvragen Bouw van stoffen

Checkvragen bij leerdoelen bij het onderwerp:
Bouw van stoffen (3 soorten stoffen)
Let op : meerkeuzevragen hebben een timer (meestal van 30 seconden!)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Checkvragen bij leerdoelen bij het onderwerp:
Bouw van stoffen (3 soorten stoffen)
Let op : meerkeuzevragen hebben een timer (meestal van 30 seconden!)

Slide 1 - Slide

Disclaimer:
  • Het juist kunnen beantwoorden van deze checkvragen is slechts een indicator
     voor het bereikt hebben van het betreffende leerdoel en geeft geen garantie
     dat je dit op de toets ook juist zult doen.
  • Deze checkvragen geven het basisniveau aan; de toets / SE / CE zal ook
     vragen van een hoger beheersingsniveau (inzicht) bevatten.
  • Deze vragen zijn contextloos; de toets / SE / CE zal ook vragen met een
     context, die je qua informatie zult moeten verwerken, bevatten.
  • Om ervoor te zorgen dat bereikte leerdoelen geen "houdbaarheidsdatum"
     kennen, maar dat je het geleerde bij een volgende toets / SE / CE nog steeds
     juist kunt inzetten, blijft voldoende en herhaalde oefening nodig. 

Slide 2 - Slide

Moleculaire stof
Zout
Metaal
koper
C6H12O6
ammoniak
ZnCl2
Ca
ijzer(II)jodide
K
H2
CO2
Na2O
uraan
lithiumbromide
zwavel
magnesiumsulfide
H2SO4
Ag
natrium
BaSO4

Slide 3 - Drag question

Moleculaire stof
Zout
Metaal
atoombinding
metaalbinding
ionen
vrije elektronen
vanderwaalsbinding
ionbinding
metaalrooster
molecuulrooster
ionrooster
alleen niet-metalen
allemaal ontleedbare stoffen

Slide 4 - Drag question

Waar
Niet waar
Moleculaire stoffen geleiden nooit stroom
Zouten geleiden altijd stroom
Metalen geleiden altijd stroom
Geladen deeltjes geleiden alleen stroom als ze vrij kunnen bewegen
Een vast zout bestaat uit ionen en kan dus stroom geleiden
Kraanwater geleidt stroom omdat er opgeloste ionen in zitten

Slide 5 - Drag question

Een bepaald atoom heeft in de kern 19 protonen en 22 neutronen. Geef van dit atoom: a) naam, b) atoomnummer, c) massagetal en d) elektronenconfiguratie.

Slide 6 - Open question

Teken een P-31 atoom volgens het atoommodel van Bohr. Geef daarin duidelijk aan hoeveel protonen en neutronen zich in de atoomkern bevinden èn hoeveel elektronen zich in de verschillende elektronenschillen bevinden.

Slide 7 - Open question


Slide 8 - Open question

Welke stelling m.b.t. atoombindingen is niet waar?
A
een atoombinding is een gemeenschappelijk elektronenpaar, waaraan beide atomen een elektron bijdragen wanneer hun elektronenschillen gedeeltelijk overlappen
B
de covalentie is het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen en dit aantal zorgt ervoor dat het gebonden atoom nu een volle buitenste elektronenschil bezit (de edelgasconfiguratie)
C
een atoombinding is een gemeenschappelijk elektronenpaar dat zich bevindt tussen twee positief geladen atoomkernen en dat ervoor zorgt dat de atoomkernen bij elkaar blijven (immers, - lading trekt + lading aan)
D
wanneer je bij het theezetten water kookt, verbreek je op microniveau de atoombindingen tussen de atomen in watermoleculen, waardoor de afstand tussen de deeltjes groter wordt en het water gasvormig wordt

Slide 9 - Quiz

covalentie 0
covalentie 1
covalentie 2
covalentie 3
covalentie 4
C
He
P
Ar
S
Cl
O
N
Br
F
Ne
Si
H
I
Se
As
Kr

Slide 10 - Drag question

atoombinding
vanderwaalsbinding
verbreekt bij koken
altijd zeer sterk
tussen moleculen
elektronenpaar
verbreekt bij reactie
sterkte hangt af van massa
invloed op kookpunt
in moleculen
gevormd bij condenseren

Slide 11 - Drag question

ionlading 1+
ionlading 2+
ionlading 3-
ionlading 2-
ionlading 1-
N
H
O
Mg
S
Cl
K
P
Br
F
Na
Ca
Li
I
Se
ijzer(II)
kwik(I)

Slide 12 - Drag question

verhoudingsformule zouten Fe2O3
A
Fe3O
B
FeO3
C
Fe2O3
D
Fe3O2

Slide 13 - Quiz


Slide 14 - Open question

Tekening metaalrooster

Slide 15 - Open question

En...wat nu?
Bereikte leerdoelen:
Goed bezig, dit zou op de toets goed moeten kunnen gaan. Oefenen met opgaven blijft aanbevolen, om ervoor te zorgen dat je nog beter en sneller wordt en het bereiken van leerdoelen een langere houdbaarheidstermijn kent.
Nog niet bereikte leerdoelen:
Jammer, maar geef niet op. Je kunt deze leerdoelen nog steeds bereiken. Bestudeer de theorie (boek, kenniskaarten, filmpjes) nog eens. Oefen nog eens met opgaven. Vraag je docent om hulp of meer checkvragen. De aanhouder wint!

Slide 16 - Slide