3.3 moleculaire stoffen

3.3 moleculaire stoffen
1. je kunt moleculaire stoffen op macro- en microniveau beschrijven
2. Je kunt de begrippen atoombinding en covalentie uitleggen en toepassen
3. Je kunt moleculen in structuurformules weergeven
4. Je kunt het begrip vanderwaalsbinding uitleggen en toepassen
5. je kunt met behulp van de plaats in het periodiek systeem voorspellen welke covalentie een niet-metaal atoom heeft
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.3 moleculaire stoffen
1. je kunt moleculaire stoffen op macro- en microniveau beschrijven
2. Je kunt de begrippen atoombinding en covalentie uitleggen en toepassen
3. Je kunt moleculen in structuurformules weergeven
4. Je kunt het begrip vanderwaalsbinding uitleggen en toepassen
5. je kunt met behulp van de plaats in het periodiek systeem voorspellen welke covalentie een niet-metaal atoom heeft

Slide 1 - Slide

Deze les
opstart tot 8.20
terugblik 3.2 tot 8.25
nieuwe stof tot 8.40
keuzewerktijd tot 8.55
afsluiting tot 09.00

Denk erom, niet eerder opruimen tot het gezegd wordt

Slide 2 - Slide

terugblik 3.2
3.2 ging over de indeling van stoffen in moleculaire stoffen, metalen en zouten, wat weten we hier nu van?
Hierna werden de metalen en zouten verder bekeken, wat weten we hier nu van?

Slide 3 - Slide

Ik kan nu
1 ) Stoffen indelen in de groepen metalen, moleculaire stoffen en zouten op basis van het periodiek systeem.
2) Verschillen benoemen tussen metalen, moleculaire stoffen en zouten.

A
B
C

Slide 4 - Quiz

3.1 Een indeling van stoffen
Geef voor elke stof aan tot welke groep ze behoren door ze naar de juiste plek te slepen.
Metaal
Zout
Moleculaire stof
Hg
C6H12O6
NaCl
NH3
CO2
Na2CO3
Al
Fe2O3

Slide 5 - Drag question

Wat is corrosie van metalen? Corrosie is:
A
de bereidingswijze van een metaal
B
hoe goed een metaal mengt met andere metalen
C
de aantasting van metalen door stoffen uit de omgeving
D
het aanbrengen van een laagje van een andere metaalsoort op het metaal

Slide 6 - Quiz

Een edel metaal reageert gemakkelijk met zuurstof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Een legering is
A
Combinatie van metalen
B
Een zout
C
Een moleculaire stof
D
Een metaal met een klein beetje niet metalen atomen

Slide 8 - Quiz

moleculaire stoffen (aantekening)
Moleculaire stoffen herken je op macroniveau vooral aan wat ze niet zijn: Het zijn geen zouten dus als ze oplossen geleiden ze geen stroom. Het zijn geen metalen, hebben dus geen metaalglans en geleiden geen stroom. 
Een moleculaire stof herken je op microniveau doordat ze bestaan uit niet-metaal atomen.

Slide 9 - Slide

Atoombinding en covalentie
In een molecuul zijn atomen verbonden door een atoombinding. Deze bestaat uit 2 elektronen (1 elektron van elk atoom). Het aantal bindingen is afhankelijk van de atoomsoort. Zuurstof gaat altijd 2 bindingen aan, koolstof altijd 4 en waterstof altijd 1. Dit heet de covalentie.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Structuurformules
Een structuurformule is een tekening waarin je precies ziet welke atomen met andere atomen een binding zijn aangegaan.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Keuzwerktijd tot 8.55
Lezen 3.3
samenvatting of mindmap maken van 3.3
vragen 3.2 afmaken en/of nakijken
test jezelf van 3.1 en/of 3.2 en/of 3.3
Zorg dat je in elk geval bezig bent met de leerdoelen of je eigen doelen 
Loop je vast? Overleg zachtjes met een klasgenoot, vraag mij, vraag chat of maak een andere keuze om aan je doelen te werken

Slide 14 - Slide

afsluiting
Volgende les ronden we 3.3 af. In de les daarna kijken we terug op hoofdstuk 3 en gaan jullie het PO voorbereiden van 14 april.
Wat weet je nu al van 3.3?

Slide 15 - Slide

Wat is een moleculaire stof?
A
Bestaat uit metalen
B
Bestaat uit metalen en niet-metalen
C
Bestaat uit niet-metalen
D
Ander woord voor moleculen

Slide 16 - Quiz

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kunt moleculaire stoffen op micro- en macroniveau beschrijven.
Je kunt de begrippen atoombinding en covalentie uitleggen en toepassen.
Je kunt moleculen in structuurformules weergeven.
Je kunt het begrip vanderwaalsbinding uitleggen en toepassen.

Slide 17 - Drag question

Welke van deze structuurformules kan niet kloppen?
A
O=C=O
B
H-C-H
C
O=O
D
H-H

Slide 18 - Quiz