Past Simple (les 3, inductief)

• engels
• Middelbare school

What did you have for breakfast?

(Geef antwoord in een hele zin. Herhaal een stukje van de vraag.)

Were you very active yesterday?

(Geef antwoord in een hele zin, herhaal een stukje van de vraag)

What did you have for lunch?

(Geef antwoord in een hele zin, herhaal een stukje van de vraag)

Where did you go last week?

(Geef antwoord in een hele zin, herhaal een stukje van de vraag)

RECAP

Als je antwoord geeft in de Past Simple... 

- neem je een stukje van de vraag mee

- geef je antwoord in hele zinnen

- vervoeg je het werkwoord naar de verleden tijd. 

Als je vragen stelt in de Past Simple

In vragen in de Past Simple, gebruik je altijd " did"  + stam

• What time did you get up?    (did + stam) 
• What did you have for breakfast? (did + stam)
• Where did you go? (did + stam) 

What did you do last weekend?

Find out what your teacher did.
Ask a question in English.

Waarop moet je letten bij het maken van vragen in de Past Simple?

Chat with your classmate

Ontdek wat je klasgenoot deed afgelopen weekend

• what
• when
• where 
• how
• with whom
• why

What did your classmate do last weekend?
(geef antwoord in een hele zin)

Wat ga je nog leren? 

Geef je aandachtspunten aan. 

EXIT TICKET
2 dingen die je de afgelopen lessen leerde
1 vraag die je nog hebt