- Ze zijn bedacht in een tijd dat grondrechten niet vanzelfsprekend waren.
- Het belangrijkste onderdeel, het anti-discriminatie-artikel, is Artikel 1
- Er wordt een onderscheid gemaakt in Klassieke- en Sociale grondrechten
VB: Klassieke grondrechten: vrijheid van meningsuiting - onderwijs, - drukpers, - godsdienst (1848)
VB: Sociale grondrechten: recht op werk, - huisvesting (1983)
Artikel 1: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.