This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat is een gezin? Een gezin bestaat uit …………..
Slide 1 - Open question
Is jouw gezin in Nederland?
Slide 2 - Open question
Zijn je vader en moeder in Nederland? Ja/nee, ze zijn…………..
Slide 3 - Open question
Zijn je ouders al oud? Ja/nee, mijn ouders zijn …………….
Slide 4 - Open question
Hoeveel kinderen hebben je ouders? Mijn ouders hebben…………..
Slide 5 - Open question
Hoeveel zonen hebben ze? Ze hebben…………..
Slide 6 - Open question
Hoeveel dochters hebben ze?
Slide 7 - Open question
Hoeveel broers heb je? Ik heb…………..
Slide 8 - Open question
Ben jij het oudste kind thuis?
Slide 9 - Open question
Wie is het jongste kind thuis? …………..is het jongste kind.
Slide 10 - Open question
Hoeveel kinderen zijn jonger dan jij? …………..zijn jonger dan ik.
Slide 11 - Open question
Hoeveel kinderen zijn ouder dan jij? …………..zijn ouder dan ik.
Slide 12 - Open question
Zijn je broers en zussen al getrouwd? Ja/nee, …………..
Slide 13 - Open question
Hebben je broers en zussen kinderen?
Slide 14 - Open question
Heb je nog familie in Nederland?
Slide 15 - Open question
Heb je nog familie in Nederland?
Slide 16 - Open question
Heb je ooms in Den Haag?
Slide 17 - Open question
Wat ga je morgen doen? Schrijf 5 zinnen over morgen. 1. Morgen is het................................................................... 2. ................................................................................................... 3. .................................................................................................. 4. .................................................................................................. 5. ..................................................................................................
Slide 18 - Open question
Schrijf nu over je broer, zus, beste vriend of vriendin. Wat doen zij morgen?