This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
bespreking huiswerk opg. 11 tm 14
12: vorige les al besproken
Slide 1 - Slide
Neem een foto van je antwoord van opgave 13
Slide 2 - Open question
opgave 13
BaCO3 (45A 's'): voeg een oplossing van bariumnitraat toe aan een oplossing van natriumcarbonaat. De suspensie filtreren geeft als residu de neerslag: BaCO3.
AgBr (45A 's'): voeg een oplossing van zilvernitraat toe aan een oplossing van natriumbromide. De suspensie filtreren geeft als residu de neerslag: AgBr.
Zn(NO3)2 (45A 'g'): voeg een oplossing van zilvernitraat toe aan een oplossing van zinkchloride. De suspensie filtreren geeft als residu de neerslag: AgCl. Het filtraat is een zinknitraat-oplossing, deze indampen geeft als residu Zn(NO3)2
Slide 3 - Slide
Neem een foto van je antwoord van opgave 14a
Slide 4 - Open question
opgave 14a
Na2CO3 (45A 'g') of CaCO3 (45A 's'): H: voeg water toe en schud. W: vloeistof in de RB helder of troebel C: helder: goed oplosbaar zout, dus Na2CO3; troebel: het zout lost niet op, dus CaCO3.
Slide 5 - Slide
Neem een foto van je antwoord van opgave 14b
Slide 6 - Open question
opgave 14b
K2SO4 (45A 'g') of CuSO4 (45A 'g'): H: voeg water toe en schud. W: vloeistof in de RB helder kleurloos of blauw kleurloos C: helder blauw: opgelost Cu2+ ion aanwezig, want vlns binastabel 65B kleuren gehydrateerde koperionen een oplossing blauw, dus CuCO3; helder kleurloos: geen gehydrateerde koperionen aanwezig, dus K2SO4.
Slide 7 - Slide
Maak een foto van je uitwerking van 14C
Slide 8 - Open question
opgave 14c
NaBr (45A 'g') of MgBr2 (45A 'g'): H: voeg water toe en schud. W: vloeistof in de RB helder
H: voeg een geschikte zoutoplossing toe die een neerslag geeft het met Mg2+ maar niet met Na+, zoals natriumfluoride-oplossing.
W: vloeistof in de RB helder of troebel
C: helder: geen neerslag gevormd, dus geen Mg2+ aanwezig: NaBr troebel: neerslag gevormd met Mg2+ : MgBr2
Mg2+ + 2 F- → MgF2
Slide 9 - Slide
Neem een foto van je uitwerking van "er waren eens 3 RBs..."