Planten en dieren Leerdoelen

Planten en dieren herhaling 

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Planten en dieren herhaling 

Slide 1 - Slide

Inhoud les
oefenen toets


Vragen voor de toets

Slide 2 - Slide

Basisstof 1.
1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
1.1.3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 3 - Slide

Levende organismen vertonen levenskenmerken. Er zijn 7 levenskenmerken. Welke weet je nog?
Levenskenmerken

Slide 4 - Mind map

Wat is GEEN organisme?
A
Een eikenboom
B
Een mens
C
Een robot
D
Een karper

Slide 5 - Quiz

Basisstof 2 
 Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.
 Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie.
 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.

Slide 6 - Slide


Wat is de functie van het poortje
van een bruine boon?
A
Met het poortje zit de bruine boon vast aan de plant.
B
Het poortje beschermt de bruine boon.
C
Door het poortje neemt de bruine boon water op.
D
Het poortje bevat reservevoedsel voor de kiem.

Slide 7 - Quiz

Wat is geen ontwikkeling?
A
een rups komt uit een ei
B
in de puberteit verandert je lichaam
C
een bloem groeit op een struik
D
een plant groeit 5 cm per dag

Slide 8 - Quiz

Nee
Ja
9. Beschermt de zaadhuid de bruine boon?
Tekst

Slide 9 - Drag question

Basisstof 3
 Je kunt verschillende soorten ontwikkeling bij de mens noemen.
 Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de leeftijden

Slide 10 - Slide

Noem de 3 soorten ontwikkeling in de mens.

Slide 11 - Open question

Bij welke ontwikkeling leert de mens lopen?
A
Lichamelijke
B
Geestelijke
C
Motorische

Slide 12 - Quiz

Basisstof 4 
Je kunt beschrijven dat door fotosynthese voedsel en zuurstof ontstaan voor dieren en mensen.

Je kunt aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel.

Slide 13 - Slide

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof + water + zonlicht--> glucose + koolstofdioxide
B
zuurstof + glucose--> water + koolstofdioxide + zonlicht
C
water + koolstofdioxide + zonlicht --> zuurstof + glucose
D
zuurstof + koolstofdioxide + zonlicht --> water + glucose

Slide 14 - Quiz

Wat eet je bij een:

Bleekselderij
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten

Slide 15 - Quiz

Basisstof 5
Je kunt aanpassingen bij planten noemen.
Je kunt aanpassingen bij dieren noemen.

Slide 16 - Slide

Welke aanpassing heeft een plant die in de woestijn leeft? Noem 2 aanpassingen.

Slide 17 - Open question

In de afbeelding zie je een rafelvis.
Pim zegt:
Deze vis heeft een gestroomlijnd lichaam.

Peter zegt:
Deze vis heeft geen gestroomlijnd lichaam.
A
Pim heeft gelijk
B
Peter heeft gelijk
C
Pim en Peter hebben beide gelijk
D
Geen van beide heeft gelijk

Slide 18 - Quiz

Basisstof 6

Je kunt de fotosynthese beschrijven.

Slide 19 - Slide

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof + water + zonlicht--> glucose + koolstofdioxide
B
zuurstof + glucose--> water + koolstofdioxide + zonlicht
C
water + koolstofdioxide + zonlicht --> zuurstof + glucose
D
zuurstof + koolstofdioxide + zonlicht --> water + glucose

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar
's nachts doen planten aan fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
Als het licht is. In de nacht is het niet licht dus geen fotosynthese
Overdag is er wel licht dus wel fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Basisstof 7
Je kunt uitleggen wat gedaanteverwisseling is.
1.7.15 Je kunt de gedaanteverwisseling van een vlinder beschrijven.

Slide 22 - Slide

Hier vindt metamorfose plaats
Imago
Cocon/Pop
Larve

Slide 23 - Drag question

Wat is metamorfose?
A
als jonge dieren een andere lichaamsbouw en levenswijze hebben dan volwassen dieren
B
als jonge en volwassen dieren steeds groter en zwaarder worden
C
als bestaande organen hun functie steeds beter gaan vervullen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video