oefenen tentamen maatschappijleer media

15/2 Maatschappijleer
  1. Afronden hoofdstuk media
  2. Oefen tentamen
  3. Login op lessonup.app 
  4. Code: check chat in Teams
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

15/2 Maatschappijleer
  1. Afronden hoofdstuk media
  2. Oefen tentamen
  3. Login op lessonup.app 
  4. Code: check chat in Teams

Slide 1 - Slide

Begrippenlijst (blz.141)
  • Communicatie is het doorgeven van informatie.
  • De zender is de persoon die de informatie verstuurt.
  • De ontvanger is de persoon die de informatie ontvangt.
  • Het medium is het middel waarmee de informatie wordt verstuurd.
  • Informatie is de boodschap die een zender doorgeeft.





Slide 2 - Slide

Bij communicatie:
A
ben je altijd zelf de zender
B
wordt informatie doorgegeven
C
is de zender altijd onbekend
D
moet je altijd iets zeggen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Wat is de informatie?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

1. De zender is het bord
2. De ontvanger is de treinreiziger
3. De informatief is dat de trein om 14.04 vertrekt
4. Het middel/medium is de NS
A
1 en 2 zijn juist
B
2 en 3 zijn onjuist
C
3 en 4 zijn juist
D
1 en 4 zijn onjuist

Slide 7 - Quiz

Bij communicatie weet de zender altijd wie de ontvanger is
A
onjuist
B
juist

Slide 8 - Quiz

Geef een voorbeeld van lichaamstaal

Slide 9 - Mind map

Begrippenlijst (blz.142)
  • Reclames zijn boodschappen van bedrijven die willen dat jij hun producten gaat kopen.
  • Een ideaalbeeld is een beeld van mensen en situaties dat er perfect uitziet.
  • Privacy is het recht op een privéleven.






Slide 10 - Slide

wat is een belangrijk kenmerk van massamedia?
A
het brengt altijd interessante informatie
B
er zijn heel veel ontvangers
C
het is gratis
D
het bestaat alleen maar uit reclame

Slide 11 - Quiz

wat is geen massamedium?
A
een tijdschrift voor kleine kinderen
B
tv Noord Holland
C
De Telegraaf
D
een brief

Slide 12 - Quiz

Dit zijn commerciële zenders:
A
BNN, SBS6, RTL4
B
RTL4, EO, Vara
C
SBS6, Eurosport, RTL4
D
VARA, NPO1, EO

Slide 13 - Quiz

Vooral publieke omroepen krijgen geld van de overheid
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Een reclameblok tijdens je favoriete film gebeurt bij deze zenders:
A
NPO1, NPO2 en NPO3
B
commerciële zenders

Slide 15 - Quiz

Begrippenlijst (blz.141)
  • Massamedia zijn media waarbij de informatie door heel veel mensen wordt gezien, gelezen of gehoord.
  • Commerciële zenders verdienen hun geld met reclames. Bijvoorbeeld RTL 4/5/7 en SBS6.
  • Publieke omroepen  krijgen geld van de overheid. Bijvoorbeeld AVROTROS en BNNVARA, zij zenden uit op NPO 1, 2 en 3.




Slide 16 - Slide

een nieuwsbericht mag niet:
A
actueel zijn
B
bijzonder zijn
C
over een bekend persoon gaan
D
fake news bevatten

Slide 17 - Quiz

waarom zie je tijdens een reclame voor Axe vaak sterke gespierde mannen?
A
Omdat gespierde mannen lekkerder ruiken
B
omdat je spieren krijgt van Axe
C
omdat dat een ideaalbeeld is
D
Omdat (gespierde )vrouwen niet hun doelgroep zijn

Slide 18 - Quiz

In reclames worden wel eens vervelende gevoelens gebruikt om mensen te verleiden een product te kopen?
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

hoe kan je ontdekken of een nieuwsbericht geen fake nieuws/ nep nieuws is?
A
Door te checken of het ook bij de NOS wordt genoemd
B
of het reëel is
C
Door navraag te doen bij andere mensen
D
door op facebook te kijken of er nog meer te vinden is over het onderwerp

Slide 20 - Quiz

Hoe kom je erachter of nieuws betrouwbaar is?

Slide 21 - Open question

Begrippenlijst (blz.142)
  • Reclames zijn boodschappen van bedrijven die willen dat jij hun producten gaat kopen.
  • Een ideaalbeeld is een beeld van mensen en situaties dat er perfect uitziet.
  • Privacy is het recht op een privéleven.




Slide 22 - Slide

Deze reclame gaat over
A
make-up
B
dagcrème
C
shampoo
D
deodorant

Slide 23 - Quiz

Waarom maakt een bedrijf reclame?
A
Omdat het leuk is voor mensen.
B
Om meer producten te verkopen.
C
Om goede informatie te geven.

Slide 24 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een ideaalbeeld in de reclame?
A
Een bekende Nederlander die vertelt dat mayonaise van Calvé heerlijk is.
B
Een automobilist die door de politie wordt aangehouden.
C
Een gelukkig stel dat op vakantie is op een zonnig tropisch eiland.
D
Een vrouw die met een somber gezicht de badkamer schoonmaakt

Slide 25 - Quiz

Reclame maakt gebruik van ...
A
Geld, gevoelens, imago
B
Gevoelens, ideaalbeelden, bekende mensen
C
Imago, bekende mensen, zendtijd
D
Fake-nieuws, ideaalbeelden, advertenties

Slide 26 - Quiz