Taalverzorging. Les 1. Tel- en voegwoorden

Taalverzorging. Les 1: Voegwoorden
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Taalverzorging. Les 1: Voegwoorden

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lezen
  • Dictee
  • Terugblik vorige les  + bewegen
  • Leerdoelen
  • Uitleg voegwoorden
  • Uitleg telwoorden
  • Oefenen
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lezen

Slide 3 - Slide

Dictee kolom F
  1. Vroeger wilde ik altijd ____________ worden, omdat mijn oom bouwkundig tekenaar was.
  2. Ik ga vaak met mijn moeder en zus naar een ____________, vooral Daniël Arends vinden we heel grappig.
  3. De volgende keer dat jullie met de klas op _________gaan met Grieks of Latijn, wil ik heel graag mee!
  4. Mijn auto moest deze vakantie naar de _____________en nu ben ik 396 euro armer…
  5. Sake, mijn coachleerling van vorig jaar, is echt een goede ________________.
  6. Mijn __________zijn lezen, CrossFitten, tekenen, wandelen en spelletjes spelen met vrienden.
  7. Ik heb nog nooit een _____________in mijn handen gehad.
  8. Toen ik op de middelbare school zat, moest ik twee keer zakken van ____________en 1 keer bleef ik zitten.
  9. Ik ben voorlopig nog geen ____________in de handstand, maar ik blijf oefenen!
  10. Bij de Bar Muscle Up is het de _____________-om een goeie kipswing uit te voeren, dus daar

Slide 4 - Slide

Dictee kolom F
  1. Vroeger wilde ik altijd architect worden, omdat mijn oom bouwkundig tekenaar was.
  2. Ik ga vaak met mijn moeder en zus naar een cabaretvoorstelling, vooral Daniël Arends vinden we heel grappig.
  3. De volgende keer dat jullie met de klas op excursie gaan met Grieks of Latijn, wil ik heel graag mee!
  4. Mijn auto moest deze vakantie naar de garage en nu ben ik 396 euro armer…
  5. Sake, mijn coachleerling van vorig jaar, is echt een goede goochelaar.
  6. Mijn hobby’s zijn lezen, CrossFitten, tekenen, wandelen en spelletjes spelen met vrienden.
  7. Ik heb nog nooit een hockeystick in mijn handen gehad.
  8. Toen ik op de middelbare school zat, moest ik twee keer zakken van niveau en 1 keer bleef ik zitten.
  9. Ik ben voorlopig nog geen professional in de handstand, maar ik blijf oefenen!
  10. Bij de Bar Muscle Up is het de truc om een goeie kipswing uit te voeren, dus daar

Slide 5 - Slide

Werkwoordspelling
  1. Ik (dulden) geen tegenspraak!
  2. (Bespieden) de buren niet.
  3. Waarom (verbreden) jij deze doorgang niet?
  4. (Gebeuren) het vaak dat jij je verslaapt?
  5. Waarom (aanvaarden) je vriendin de ring niet?

Slide 6 - Slide

Werkwoordspelling
  1. Ik duld geen tegenspraak! ik-vorm
  2. Bespied de buren niet. ik-vorm
  3. Waarom verbreed jij deze doorgang niet? ik-vorm
  4. Gebeurt het vaak dat jij je verslaapt? ik-vorm+t
  5. Waarom aanvaardt je vriendin de ring niet? ik-vorm+t

Slide 7 - Slide

Terugblik

Slide 8 - Slide

Geef een voorbeeld van een samengestelde zin.

Slide 9 - Open question

Samengestelde zinnen
  • Nevenschikking: hoofdzin + hoofdzin
  • Onderschikking: hoofdzin + bijzin
  • Hoofdzin: een zelfstandige zin
    Voorbeeld hoofdzin: "Nederlands is mijn lievelingsvak."
  • Bijzin: een zin die niet kan bestaan zonder hoofdzin
    Voorbeeld bijzin: "... omdat de docent geweldig is"
  • Voorbeeld hoofdzin + hoofdzin: "Nederlands is mijn lievelingsvak en wiskunde vind ik stom."

Slide 10 - Slide

Wat is de structuur?
"Ik ontbijt het liefst met havermout en anders eet ik graag een boterham."
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
alleen een hoofdzin

Slide 11 - Quiz

Wat is de structuur?
"Doordat ik zo gezond ontbijt, mag ik van mijzelf wat lekkers bij de lunch."
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
alleen een hoofdzin

Slide 12 - Quiz

Wat is de structuur?
"Morgen ga ik bijvoorbeeld een broodje kroket eten bij de lunch."
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
alleen een hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Leerdoelen

Ik kan bij samengestelde zinnen noteren welk woord het voegwoord is.

Ik kan een telwoord (hoofd- en rangtelwoord, bepaald en onbepaald) herkennen.


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat zijn voegwoorden?

Slide 16 - Open question

Voegwoorden
  • Verbinden twee woorden(groepen) met elkaar
  • Verbinden twee zinnen met elkaar
  • Voorbeelden
    - 1: "Ik hou van roze en geel."
    - 2: "Ik hoop dat je dit snapt, want het is een belangrijk onderdeel
    - 3: "Omdat dit zo'n belangrijk onderwerp is, moet je goed meedoen."
  • Nevenschikkend: verbinden twee hoofdzinnen of woord(groepen)
  • Onderschikkend: verbinden een hoofdzin en bijzin met elkaar

Slide 17 - Slide

Welk woord is het voegwoord?
"Ik hou van fietsen, maar ik heb er een hekel aan als het regent."

Slide 18 - Open question

Welk woord is het voegwoord?
"Hou je van de zomer of ben je meer fan van de winter?"

Slide 19 - Open question

Welk woord is het voegwoord?
"Ik vroeg je of je van de lente houdt."

Slide 20 - Open question

Welk woord is het voegwoord?
"Ik heb altijd het gevoel gehad dat 2J de leukste klas is van de school."

Slide 21 - Open question

Welk woord is het voegwoord?
"Hoewel het slecht weer is, ben ik met de fiets gekomen."

Slide 22 - Open question

VVD wint Tweede Kamerverkiezingen 2010

Den Haag - De VVD is de grote winnaar van de Tweede Kamerverkiezingen 2010. Met 31 zetels won de partij van de PvdA. De PVV was met 24 zetels de 2e grote winnaar.
Het CDA verloor de helft van haar zetels en blijft met nog maar 21 zetels over in de Tweede Kamer. Ook de SP moest het ontgelden. De partij ging van 25 naar 15 zetels; een verlies van 10 zetels. Andere winnaars waren GroenLinks met 10 zetels en D66 met 10 zetels. De SGP behield haar 2 zetels en de Partij voor de dieren hield ook 2 zetels nadat zij er bijna 1 verloor. TON verloor haar 1 zetel en kwam dus uit op 0 zetels in de Kamer.
Overvallers frituur opgepakt

Zaandam - De politie van Zaandam heeft dit weekend drie mannen opgepakt. Ze worden verdacht van de overval op de frituur in de buurt Zuid afgelopen zondag. De overval werd gepleegd door blanke mannen van twintig jaar.
De politie hield eerder al een donkere jongen van zestien aan. Deze bleek echter niets met de overval te maken te hebben. De politie rekende de mannen in op de oude brug in Zaandam. Het is al de vierde keer dit jaar dat een frituur in Zaandam is overvallen. De tweede overval werd gepleegd door criminele jongeren uit Amsterdam. Voor de derde overval waren Duitse vrouwen verantwoordelijk. Enkele keren is geschoten. De buurtagent is het beu: 'het is al de zoveelste keer dat er geweld plaatsvindt hier!'

Vraag:
Noteer alle woorden die volgens jou 'hoeveelheden' of 'getallen' aanduiden.

Slide 23 - Slide

VVD wint Tweede Kamerverkiezingen 2010

Den Haag - De VVD is de grote winnaar van de Tweede Kamerverkiezingen 2010. Met 31 zetels won de partij van de PvdA. De PVV was met 24 zetels de 2e grote winnaar.
Het CDA verloor de helft van haar zetels en blijft met nog maar 21 zetels over in de Tweede Kamer. Ook de SP moest het ontgelden. De partij ging van 25 naar 15 zetels; een verlies van 10 zetels. Andere winnaars waren GroenLinks met 10 zetels en D66 met 10 zetels. De SGP behield haar 2 zetels en de Partij voor de dieren hield ook 2 zetels nadat zij er bijna 1 verloor. TON verloor haar 1 zetel en kwam dus uit op 0 zetels in de Kamer.
Overvallers frituur opgepakt

Zaandam - De politie van Zaandam heeft dit weekend drie mannen opgepakt. Ze worden verdacht van de overval op de frituur in de buurt Zuid afgelopen zondag. De overval werd gepleegd door blanke mannen van twintig jaar.
De politie hield eerder al een donkere jongen van zestien aan. Deze bleek echter niets met de overval te maken te hebben. De politie rekende de mannen in op de oude brug in Zaandam. Het is al de vierde keer dit jaar dat een frituur in Zaandam is overvallen. De tweede overval werd gepleegd door criminele jongeren uit Amsterdam. Voor de derde overval waren Duitse vrouwen verantwoordelijk. Enkele keren is geschoten. De buurtagent is het beu: 'het is al de zoveelste keer dat er geweld plaatsvindt hier!'

Vraag:
Noteer alle woorden die volgens jou 'hoeveelheden' of 'getallen' aanduiden.

Slide 24 - Slide

Telwoorden
  • Algemeen: woorden die getallen, cijfers of hoeveelheden aanduiden. 
  • Bepaalde telwoorden
    - geven een precieze aanduiding van de bedoelde hoeveelheid of rang  
    - vb. zes, vierendertig, tweede, honderdste, dertig
  • Onbepaalde telwoorden
    - geven een vage aanduiding   
    - veel, meer, meest, weinig, minder, minst, hoeveel, zoveel, tig, laatste ...
  • Hoofdtelwoorden
    - noemen een aantal 
  • Rangtelwoorden    
    - noemen een plaats in een numerieke hiërarchie; duiden een rang aan 

Slide 25 - Slide

Telwoorden

Slide 26 - Slide

"Zij heeft nog maar weinig grijze haren, zeg."
Wat is 'weinig'?
A
Bepaald rangtelwoord
B
Onbepaald rangtelwoord
C
Onbepaald hoofdtelwoord
D
Het is geen telwoord

Slide 27 - Quiz

"Mijn kat heeft vier poten."
Wat is 'vier'?
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Het is geen telwoord

Slide 28 - Quiz

"Voor een eerste keer gaat dit hartstikke goed."
Wat is 'eerste'?
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Bepaald rangtelwoord
C
Onbepaald rangtelwoord
D
Het is geen telwoord

Slide 29 - Quiz

"Het laatste boek dat ik heb gelezen is Harry Potter en de vuurbeker."
Wat is 'laatste'?
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Bepaald rangtelwoord
C
Onbepaald rangtelwoord
D
Het is geen telwoord

Slide 30 - Quiz

Oefenen
- Maken paragraaf 3.4 B
- Maken 3.2 D (zelfstandig)

Slide 31 - Slide