This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Rendement
Van nominaal naar reëel
Slide 1 - Slide
Sparen
De rente op mijn spaarrekening bedroeg afgelopen jaar 2019 0,01%. Wanneer ik een bedrag op mijn spaarrekening een jaar laat staan krijg ik daar dus 0,01% rente voor terug. Kan ik met het totale bedrag aan het eind van 2019 nu 0,01% meer kopen...?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Hieronder staan drie oorzaken van inflatie. Welke van deze 3 vind je in het filmpje terug?
A
Bestedingsinflatie
B
Geïmporteerde inflatie
C
Kosteninflatie
Slide 4 - Quiz
Adriaan verdient €40.000 op 1 jan 2012, op 1 jan 2013 is zijn inkomen €43.500. de inflatie gedurende 2012 is 2,7%. Met hoeveel procent steeg Adriaans reële inkomen? Rond af op twee decimalen.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Video
Adriaans nominale inkomen is in 2012 met 8,75% gestegen. de inflatie gedurende 2012 is 9%. Met hoeveel procent daalde Adriaans reële inkomen? Rond af op twee decimalen.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Video
In 2013 is het reële inkomen van Bassie met 3% gestegen. De inflatie bedroeg in 2013 2,7%. Hoeveel procent steeg het nominale inkomen in deze periode? Rond af op twee decimalen
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Maak 1.4: opgave 20 t/m 26
Slide 11 - Slide
Je weet nu:
De betekenis van de begrippen nominaal en reëel.
Hoe je het reëel rendement moet berekenen.
Hoe je met de formule nic/pic*100=ric kan terugrekenen.