Paragraaf 3.3 geld lenen kost geld

Economie
Paragraaf 3.3 geld lenen kost geld
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie
Paragraaf 3.3 geld lenen kost geld

Slide 1 - Slide

Lesplanning:
  • Weet je het nog? QUIZ (5  minuten) 
  • Introductie paragraaf 3.3 (5 minuten) 
  • Samen oefenen (10 minuten)
  • Zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.3 (20 minuten) 
  • Check out: wat hebben we geleerd vandaag en huiswerk (5 minuten)

Slide 2 - Slide

Weet je het nog?
Opfrisquiz

Slide 3 - Slide

Tiago verwacht dat zijn telefoon over een jaar gaat crashen. Hij spaart voor een nieuwe. Wat is zijn spaarmotief?

Slide 4 - Open question

Joep praat over een spaardeposito. Wat is dat?
A
Manier van sparen waarbij je geld thuis bewaart.
B
Sparen voor een korte periode.
C
Spaargeld dat voor een langere tijd vastgezet wordt.
D
Sparen voor een specifiek doel.

Slide 5 - Quiz

Een rijke jongeman genaamd Neo zet 1.900 euro op een spaarrekening en ontvangt 2,7% rente. Bereken de rente die hij jaarlijks ontvangt.

Slide 6 - Open question

Lesplanning:
  • Weet je het nog? QUIZ (5  minuten) ✅
  • Introductie paragraaf 3.3 (5 minuten) 
  • Samen oefenen (10 minuten)
  • Zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.3 (20 minuten) 
  • Check out: wat hebben we geleerd vandaag en huiswerk (5 minuten)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Masa leent geld voor een nieuwe scooter. Wat is haar leenmotief?
A
Tijdelijk geldtekort
B
Onverwacht geldtekort
C
Koop van een gebruiksgoed

Slide 9 - Quiz

Lesplanning:
  • Weet je het nog? QUIZ (5  minuten) ✅
  • Introductie paragraaf 3.3 (5 minuten) ✅
  • Samen oefenen (10 minuten)
  • Zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.3 (20 minuten) 
  • Check out: wat hebben we geleerd vandaag en huiswerk (5 minuten)

Slide 10 - Slide

Samen oefenen!
Opgave 29 (blz. 81)

Slide 11 - Slide

Uitwerking 29:
a. 441 euro per maand
b. 10.000 - (441x24) = 584 euro
c.1 jaar = 10.000 - (859 x 12) = 308 euro 
   3 jaar = 10.000 - (292 x36) = 512 euro




Slide 12 - Slide

Lesplanning:
  • Weet je het nog? QUIZ (5  minuten) ✅
  • Introductie paragraaf 3.3 (5 minuten) ✅
  • Samen oefenen (10 minuten) ✅
  • Zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.3 (20 minuten) 
  • Check out: wat hebben we geleerd vandaag en huiswerk (5 minuten)

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Maken opgaven 22 t/m 32

Slide 14 - Slide

Lesplanning:
  • Weet je het nog? QUIZ (5  minuten) ✅
  • Introductie paragraaf 3.3 (5 minuten) ✅
  • Samen oefenen (10 minuten) ✅
  • Zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.3 (20 minuten) ✅
  • Check out: wat hebben we geleerd vandaag en huiswerk (5 minuten)

Slide 15 - Slide

Check-out
Wat hebben we geleerd vandaag?

Slide 16 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Mind map

Huiswerk
Afmaken opgaven 27 t/m 39
bladzijde 8o t/m 83

Slide 18 - Slide

Lesplanning:
  • Weet je het nog? QUIZ (5  minuten) ✅
  • Introductie paragraaf 3.3 (5 minuten) ✅
  • Samen oefenen (10 minuten) ✅
  • Zelfstandig aan de slag met paragraaf 3.3 (20 minuten) ✅
  • Check out: wat hebben we geleerd vandaag en huiswerk (5 minuten) ✅

Slide 19 - Slide