Rutina Diaria - Hablar

Clase de español 
Voorbereiding Mondeling:

Hablar de la rutina diaria
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Clase de español 
Voorbereiding Mondeling:

Hablar de la rutina diaria

Slide 1 - Slide

Wederkerende werkwoorden
  • Hoe kan je zien dat een werkwoord wederkerend is?


  • Waar moet je op letten bij de vervoeging?

het hele werkwoord eindigt op -se
Dat je het werkwoord goed vervoegt (-ar/-er/-ir)
Dat je de wederkerende voornaamwoorden ervoor zet.

Slide 2 - Slide

DESPERTARSE (-IE) = wakker worden

  1. me despierto
  2. te despiertas
  3. se despierta
  4. nos despertamos
  5. os despertáis
  6. se despiertan

Slide 3 - Slide

VESTIRSE(-I) = zich aankleden

  1. me visto
  2. te vistes
  3. se viste
  4. nos vestimos
  5. os vestís
  6. se visten

Slide 4 - Slide

LEVANTARSE = opstaan
  1. me levanto
  2. te levantas
  3. se levanta
  4. nos levantamos
  5. os levantáis
  6. se levantan

Slide 5 - Slide

DUCHARSE = zich douchen
  1. me ducho
  2. te duchas
  3. se ducha
  4. nos duchamos
  5. os ducháis
  6. se duchan

Slide 6 - Slide

ACOSTARSE(-UE) = naar bed gaan

  1. me acuesto
  2. te acuestas
  3. se acuesta
  4. nos acostamos
  5. os acostáis
  6. se acuestan

Slide 7 - Slide

LAVARSE = zich wassen
  1. me lavo
  2. te lavas
  3. se lava
  4. nos lavamos
  5. os laváis
  6. se lavan

Slide 8 - Slide

PEINARSE = haren kammen
  1. me peino
  2. te peinas
  3. se peina
  4. nos peinamos
  5. os peináis
  6. se peinan

Slide 9 - Slide

Otros verbos de la rutina diaria
Naast de wederkerende werkwoorden, zijn er ook een aantal "gewone" werkwoorden die je kan gebruiken als je over je dagelijkse routine praat.  

  • Desayunar (ontbijten)
  • Cenar (avondeten)
  • Ir al colegio (naar school gaan)
  • Volver del colegio (uit school komen)
  • Hacer los deberes (huiswerk maken)

Slide 10 - Slide

Perfecto 
Wat is de Perfecto voor een tijd? 

Hoe maak je deze ? 

Uitzonderingen? 

Slide 11 - Slide

Perfecto
he
has
ha
hemos
habéis
han
-AR > -ado
-ER > -ido
-IR  > -ido

Slide 12 - Slide

Perfecto y verbos reflexivos

Slide 13 - Slide

Futuro Toekomende tijd
Dit heet de Futuro Próximo ofwel Futuro Inmediato
Regel: 
vorm van IR (=GAAN) + A + heel werkwoord

Voorbeeldzin: 

¿Qué vas a hacer el fin de semana?
(Wat ga je dit weekend doen?)


Slide 14 - Slide

Escribir preguntas sobre la rutina diaria
Maak een lijst van 6 vragen die je je klasgenoot kan stellen over zijn/haar dagelijkse routine of die van zijn/haar familie. Gebruik hiervoor de werkwoorden uit deze lessonup. Zorg dat je zowel
de presente, perfecto als de futuro gebruikt. En uiteraard 
in combinatie met de verbos reflexivos
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Hablar de la rutina

Ga deze vragen nu stellen aan degene die naast je zit. Schrijf de antwoorden op en vergelijk ze met elkaar. Corrigeer elkaar waar mogelijk. Let ook op de uitspraak! 

timer
15:00

Slide 16 - Slide

Als ik nu een klein gesprekje zou moeten voeren over dagelijkse routine, dan zou ik dat goed kunnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll