paragraaf 1.1 klas 3

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Secundaire behoeften zijn:

1. Playstation4
2. Brood
3. Trui
4. iPhone

Wat is welvaart?

1. Hoeveel iemand kan kopen
2. In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
3. Hoe leuk je je leven vindt
4. Hoeveel je kunt bewegen

Vrije goederen:

1. producten die geld kosten om iets te maken/produceren.
2. kost geen productiemiddelen om het te produceren.

Wat zijn secundaire behoeften?

1. Dingen die noodzakelijk zijn zoals voeding.
2. Dingen om het leven aangenamer te maken zoals een Xbox.
3. Dingen die je heel graag zou willen hebben.

Wat is zelfvoorziening?

1. Dat je je zelf voorziet
2. Wanneer je in jouw behoeften voorziet door producten te kopen
3. Verwennerij voor jezelf
4. Wanneer je in jouw behoeften voorziet door eigen gemaakte producten

Primaire behoefte zijn

1. Secundaire behoeften
2. Noodzakelijke behoeften
3. Luxe behoeften
4. Tertiaire behoeften

Schaarse goederen:

1. producten die geld kosten om iets te maken/produceren.
2. kost geen productiemiddelen om het te produceren.

Wat zijn vrije goederen?

1. Zeewater, zonlicht, wind
2. Brood, melk, boter
3. Ipad, Iphone, Macbook

Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?

1. Uiteten gaan
2. De ramen laten wassen
3. Een brood bakken

Hoe krijg je schaarse goederen?

1. gratis
2. door tijd of geld
3. door te ruilen
4. door ervoor te bedelen