Les 1 Juridische taal en woordenschat

Les Nederlands
Juridische en beroepsgerichte taal 
Wat heb je nodig?
Online: laptop of laptop en mobiel
Live: laptop
Pen en papier in alle gevallen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les Nederlands
Juridische en beroepsgerichte taal 
Wat heb je nodig?
Online: laptop of laptop en mobiel
Live: laptop
Pen en papier in alle gevallen

Slide 1 - Slide

Lees het volgende artikel
Begrijp je de hele tekst?
Zijn er woorden onduidelijk?
Schrijf die woorden op.
We bespreken ze.

Duur 10 min

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Welke nieuwe juridische woorden heb je tot nu toe geleerd?

Slide 4 - Mind map

Welke strategie heb je gebruikt om ze te onthouden?

Slide 5 - Open question

Wat doe je in de rechtles om juridische taal en begrippen goed te begrijpen?

Slide 6 - Open question

kennis over taal (en onthouden)
Synoniemen zijn twee woorden die hetzelfde betekenen. Antoniemen zijn woorden die het tegengestelde betekenen. Homoniemen zijn woorden die twee betekenissen hebben.

Slide 7 - Slide

Wat is het synoniem voor het woord 'juridisch'. Noem er minstens 2

Slide 8 - Open question

Wat is het antoniem van het woord:
'oud'. Noem er minstens 3

Slide 9 - Open question

Zoek zelf minstens 3 homoniemen op.

Slide 10 - Open question

Juridische woordenschat uitbreiden
Tips? Suggesties?
Wat zou je helpen?
Schrijf ze op in de chat van deze les.

Slide 11 - Slide

Uitslagen niveau leestoets

Slide 12 - Slide