Woordenschat H4-6

woordenschat quiz
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

woordenschat quiz

Slide 1 - Slide

"een appeltje achter de hand houden"
A
contaminatie
B
pleonasme
C
correcte uitdrukking
D
tautologie

Slide 2 - Quiz

Ik zou dit probleem liever mondeling met u bespreken dan via de e-mail.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
correcte uitdrukking
D
tautologie

Slide 3 - Quiz

Het rode bloed op de trouwjurk viel onmiddellijk op
A
contaminatie
B
pleonasme
C
correcte uitdrukking
D
tautologie

Slide 4 - Quiz

Snap jij dat die zanger open en bloot vertelt over zijn liefdesleven?
A
contaminatie
B
pleonasme
C
correcte uitdrukking
D
tautologie

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van
bagatelliseren
A
poging om van een verslaving af te raken
B
verwijderen
C
beweeglijkheid
D
afzwakken

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van
kentering
A
vast verbonden
B
evenwicht
C
verandering
D
aandacht

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van
degeneratie
A
begrijpelijk
B
achteruitgang
C
mogelijkheid
D
vrij nadenken

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van
dubieus
A
pittig
B
indeling in groepen
C
dwaasheid
D
twijfelachtig

Slide 9 - Quiz

Wat is de betekenis van
tafereel
A
beroemd
B
tafelschikking
C
afbeelding
D
vaak voorkomend

Slide 10 - Quiz

Wat is de betekenis van
rubricering
A
indeling in groepen
B
wijze van vertellen
C
vertaalslag
D
logische omkering

Slide 11 - Quiz

Wat is de betekenis van
geparticipeerd
A
genoegen genomen met
B
partij gekozen voor
C
deelgenomen aan
D
vrijgevochten

Slide 12 - Quiz

Wat is de betekenis van
geneugten
A
genoegens
B
genoten
C
verhalen
D
dagdromen

Slide 13 - Quiz

Wat is de betekenis van
ambitie
A
dwangmatigheid
B
eerzucht
C
het bereiken van je doel
D
twijfel

Slide 14 - Quiz

Wat is de betekenis van
gedijt
A
bloeit uit
B
verdort
C
gesnoeid
D
bloeit op

Slide 15 - Quiz

Wat is de betekenis van
content
A
cash geld
B
tevreden
C
overschrijving
D
inhoud

Slide 16 - Quiz

Wat is de betekenis van
geestdrift
A
enthousiasme
B
overmatigheid
C
grootse prestatie
D
dwangmatigheid

Slide 17 - Quiz

Wat is de betekenis van
met lede ogen
A
zonder er naar te kijken
B
iets toestaan
C
zonder een duidelijke voorkeur
D
zonder er iets aan te kunnen doen

Slide 18 - Quiz

Wat is de betekenis van
"koren op de molen van"
A
precies wat … wil horen
B
precies wat ... wil hebben
C
precies wat ... graag eet
D
precies wat ... wil vermijden

Slide 19 - Quiz

Wat is de betekenis van
met argusogen (volgen)
A
heel trouw en oprecht
B
zeer oplettend en kritisch
C
heel verbeten en bozig
D
huilerig en laf

Slide 20 - Quiz

Heel veel succes morgen!

Slide 21 - Slide